vrijdag 27 september 2019

normaal

Begin oktober mag ik weer een kruidencursus geven in Ooij. Ik heb een min of meer bestaande cursus van drie bijeenkomsten, gebaseerd op de scriptie die ik geschreven heb op de Herboristenopleiding. Die gebruik ik nog steeds als basis, maar ik blijf leren en ervaren en daar neem ik mijn cursisten in mee. Een paar weken van tevoren speelt het regelmatig door mijn hoofd. Wat ga ik vertellen en wat gaan we doen. Wat we gaan doen is niet zo moeilijk. Zalfjes, kruidenolie, oxymel, smeerworteltinctuur, kruidenbitter, pesto, echinaceazalf, kruidentheeën is een selectie van de mogelijkheden. Wat ik ga vertellen, daar denk ik langer over na. Ik heb niets te vertellen denk ik in eerste instantie.
Na een vergadering met de strofeestcomissie in het dorp, bedenk ik hoe het komt, dat ik denk dat ik niets te vertellen heb. Het dagelijks gebruik van kruiden en wilde planten en de rest van mijn leefwijze is voor mij normaal geworden. En over gewoontes die normaal zijn, valt niets bijzonders te vertellen.
Tijdens de vergadering beland ik weer in de werkelijkheid. De werkelijkheid van mensen die van allerlei klachten hebben en dat wijten aan de leeftijd. We worden ook een dagje ouder niet waar. Ik zeg dan niets, waar moet ik beginnen. Deze lieve mensen vinden het heel gewoon om vieze witte broodjes te eten met diepvrieshamburgers met een glas cola erbij. Ik doe gewoon mee met het leuke feest en sla de broodjes hamburger beleefd af. Geen vlees eten wordt tegenwoordig niet meer zo vreemd gevonden. Ongevraagd advies hou ik zelf ook niet zo van.
Maar vreemd is het wel dat mensen gezondheidsklachten meestal buiten zichzelf zoeken en niet gaan kijken wat een verandering in leefstijl voor winst kan betekenen. Ik lees in het huis aan huiskrantje dat er in Heteren, dorp vlak bij waar ik woon, een groep mensen zich enorm heeft ingespannen om een defibrillator geplaatst te krijgen bij een nieuw aangelegd strandje. Daar ben ik niet op tegen, want er zullen zeker levens gered kunnen worden, maar als mensen zich meer lichamelijk zouden inspannen, hebben we minder vaak een defibrillator nodig denk ik dan. Ik denk het alleen, met zulke uitspraken maakt een mens zich niet populair.
Ik heb bij nader inzien best veel te vertellen. En gelukkig vragen de mensen die zich inschrijven voor mijn cursus daar ook om. Het is meer de vraag waar zal ik beginnen?

Op fietsvakantie naar Terschelling

Geen opmerkingen:

Een reactie posten