zaterdag 1 juli 2017

Hoop

Het is zaterdagochtend 24 juni ongeveer 9 uur. Mijn vrienden op de fiets-gasten zijn net vertrokken.
Over een uur staat er een groep mensen in de tuin. Als laatste bijeenkomst van mijn cursus "De helende natuur", geef ik een rondleiding in de tuin. Wat ga ik vertellen?
Ik wil niet alleen iets vertellen over de geneeskrachtige planten, eetbare planten en theekruiden die ik in de tuin geplant heb, maar ook over mijn ideeën en gedachten over mijn stukje grond.
Ik lees, zoals elke zaterdagochtend het financieel dagblad. In de bijlage een fantastisch verhaal over een Braziliaanse fotograaf Sebastiaan Salgado. Salgado heeft 10 jaar de wereld over gereisd op zoek naar landschappen, dieren en mensen die nog onaangetast de door de "beschaving" leven. De "beschaving" waarmee de mens zijn eigen leefomgeving vernietigt.
Salgado is zelf geboren in het "paradijs". Zijn vaders landerijen bestonden uit dicht beboste heuvels, watervallen en dieren. Hij verlaat het paradijs om te gaan studeren. Vele jaren later keert hij terug. De boerderij van zijn ouders verlaten en doods. De bomen zijn gerooid en de watervallen en vogels verdwenen.
Met zijn vrouw besluit hij zeshonderd hectare te gaan her beplanten, tweeën miljoen boompjes, honderdvijftig verschillende soorten. Het duurde 10 jaar, het oerwoud was terug.
Dan weet ik het. Hoop. Dat is wat ik ga vertellen. Dat was ook wat ik voelde toen ik hier twee jaar geleden kwam wonen. Er is hoop voor deze mishandelde grond. Ik tuinier op in principe vruchtbare kleigrond. Als ik een spade in de grond stak, geen enkele pier en keiharde grond. Ik had het gevoel dat ik hier moest komen om dit stukje kale grond weer te laten fladderen, zoemen en krioelen van leven.
We zijn bomen (60) en struiken (200 m) gaan planten en heel veel planten.
Na twee jaar zijn er al veel vogels, vlinders, bijen en onder de grond begint het ook al te leven.
Hoop. Salgado brengt een boodschap van hoop. er is nog zoveel prachtigs over van onze planeet.
Hij laat na zijn dood het bos achter van zijn jeugd. De vernietiging van de aarde is niet onomkeerbaar, maar we moeten wel allemaal zelf iets doen.

Ja zeggen

Kun je wel nee zeggen, vraagt een cursist?
Er staan 3 schattige meisjes bij de voordeur. Ze komen stroopwafels verkopen. Ik eet geen stroopwafels en het doel spreekt me ook niet zo aan, maar de meisjes wonen bij mij in de straat, dus ik koop een pakje stroopwafels.
Kan ik wel nee zeggen? De hele week denk ik al na over deze vraag.
Vanmorgen lees ik in de bijlage van dat fantastische inspirerende financieel dagblad een stukje van Harry Starren. Harry Starren is schrijver en spreker en geeft wekelijks een lesje in onorthodox denken. Hij schrijft deze week over Hans Becker, voormalig directeur van de zorginstellingen van Humanitas, die als eerste de Ja-cultuur noemde. Als medewerkers een voorstel doen zei hij: "ja". Maar dan moet je het wel zelf doen. Een uitgebreid artikel over deze ja-cultuur heeft een aantal jaren geleden in het financieel dagblad gestaan. Ik spel deze krant op zaterdagochtend en elke week haal ik wel iets uit wat me inspireert. Ik denk dat het toen begonnen is. Ik ga eens wat minder twijfelen en wat vaker volmondig Ja zeggen. Dat heeft me veel goeds gebracht. Ik heb zoveel ontdekt over mezelf.
Sinds ik besloten heb om meestal en op veel dingen, ja te zeggen, kan ik veel beter nee zeggen.
Je gaat ontdekken wat echt belangrijk is in het leven, waar je gelukkig van wordt.