zondag 25 februari 2024

Primeur?

Ik luister graag naar Umberto op de radio, vrijdagmiddag van 14.00 tot 16.00 uur. De vooraankondiging is veelbelovend. Een item over een bijzondere ontdekking van een wetenschapper van een kruid uit de tijd van de Romeinen, Het is een wereldprimeur. Maakten de Romeinen gebruik van een hallucinerend kruid? Ja,  de Romeinen maakten al gebruik van kruiden met een hallucinerende werking. Dat weten we dankzij archeoloog Martijn van Haasteren en collega's. Zij ontdekten een hol schapenbotje, afgesloten met een dopje gevuld met bilzekruid. Daarmee is bewezen dat de Romeinen dit kruid doelbewust gebruikten. Ik luister met stijgende verbazing. Is er helemaal geen communicatie tussen wetenschappers?  Moet nu echt iedereen zelf zijn of haar eigen wiel uitvinden.? Ik ben geen wetenschapper maar ik wist dit al. Hoe wist ik dit?  Ik blader razendsnel door de catalogus in mijn hoofd en zie al snel de kaft voor me van het boek waarin ik dit gelezen heb, Ik weet de titel niet meer. Ik ga zoeken in mijn boekenkast en hoop dat ik boekje niet heb weggedaan bij de verhuizing, ruim 8 jaar geleden. Als snel vind ik het boekje. De titel is "Ondergang in bedwelming", de ondertitel ; Drugs en giften in het West-Romeinse Rijk. Het is geschreven door dr,Fons Rutten, apotheker en farmaciehistoricus. Hij studeerde farmacie, biochemie, Romeins recht en muziekgeschiedenis. Het boek is gepubliceerd in 1997 en beschrijft een minder bekende oorzaak van de val van het West Romeinse Rijk, namelijk door het gebruik van drugs. 

Martijn van Haasteren durft geen uitspraken te doen over het gebruik van het bilzekruid door de Romeinen. Fons Rutte doet dat wel. Hij is ervan overtuigd dat de Romeinen het kruid gebruikten als een van de ecodrugs. Hyoscyamus niger L. - bilzekruid behoort tot de nachtschadefamilie, waartoe ook Atropa belladonna L.- wolfskers en Datura stramonium L.- doornappel behoren, Deze kruiden werden allemaal gebruikt.

Dodonaeus (kruidendeskundige uit 1500) laat er geen twijfel over bestaan wat de gebruikers van deze gewassen te wachten staat; "het verstand wordt benomen alsof ze razende waren. Sommighe worden daer door quellyck ende krakeelachtigh, andere bly ende verheugt . Deze groene deliria bevatten giftige belladonna en tropaanalkaloïdenm, waarvan de belangrijkste zijn atropine, scopolamine en  hyoscamine.

De werking van de tropaanalkaloïden uit zich in prikkeling van het centrale zenuwstelsel, vrolijkheid, dorst, verhoogde polsslag en pupilverwijding. Romeinse priesters dronken een infuus van bilzekruid om in contact te komen met hun oorlogsgodin Bellona. Ook bij voorspellende orgiën en rituele moorden speelde bilzekruid een rol. De hallucinerende kruiden werden gerookt  en toegevoegd aan wijn. Het is dus wel bekend wat de Romeinen deden met bilzekruid en hoe en wanneer ze het gebruikten. Het is me wel een raadsel hoe ze het wisten te doseren zonder er dood aan te gaan. 


vrijdag 2 februari 2024

fietsen

Ben je op de fiets???? vraagt de mevrouw die de deur voor mij opent van een ruimte waar ik voor Velt een moestuincursus organiseer. Het gaat 8 graden vriezen en ik moet ongeveer 12 km fietsen heen en om 22.30 weer 12 km terug naar Randwijk. 

Met die kou; voegt ze er nog aan toe. Ik ben zeker niet van de afdeling vroeger was alles beter, integendeel. Ik vind deze tijd op een heleboel punten. een heerlijke tijd. Maar er is wel een fenomeen dat ik mis. Iets dat alleen maar schaarser zal worden. En dat zijn de winters van vroeger.  Dus ik zeg tegen de aardige mevrouw. Kou?  Nee dan vroeger, toen was het pas koud. Haar man valt me bij en haalt de winter van 1963 aan. Toen is het drie maanden niet boven nul graden geweest, hoor ik van mijn lief. De Rijn en de Waal waren dicht gevroren. De juffrouw die in Arnhem woonde kwam lopend over de Rijn naar school in Driel. Ik herinner me niet de kou, wel dat ik mijn eerste schaatswedestrijd won op de kolk van Driel. Ik was zeven jaar en schaatste tegen grote meiden van negen jaar. Ik vond het helemaal niet goed gaan, maar ik was wel de snelste. 

Ik hou van de winter, van buiten zijn op gure dagen. Van vechten op de fiets tegen de wind in. Binnenkomen na een wandeling of fietstocht in de kou of regen. Ik hou van donker en zelfs van wekenlange novemberregens, die ervoor zorgen dat ik de buitenruimte voor mezelf heb. Ook hou ik van de blik van verstandhouding met de schaarse mens die je tegenkomt als het slecht weer is. Ik hou van weer voor de echte buitenmens.

Heel vaak vragen mensen mij: Ben je op de fieieiets? Aan de toon kan ik horen wat ze er van vinden. Soms klinkt er verwondering, ook wel eens bewondering, maar meestal vinden ze het raar. Zeker als ik 's avonds nog ruim 20 km door een donkere Betuwe moet fietsen. Ze zullen ook nooit begrijpen dat ik daar erg van geniet. Eindelijk stil en de weg voor mij alleen. Ik ga eens wat vaker vragen: Ben je met de autoooo? Vroeger, toen het nog echt koud was, vroeg nooit iemand: Ben je op de fiets? Fietsen was de norm. Oh heerlijke oude tijd, bijna zonder auto's.

In de krant lees ik over een onderzoek naar de invloed van de inrichting van de openbare ruimte op (over)gewicht. De onderzoeker noemt het begrip drivability, In veel gebieden worden volgens hem de mensen de auto in gedwongen omdat de winkel te ver weg is. Wat te ver weg is om te fietsen of te lopen is een rekbaar begrip. Ik vind sowieso alles tot 20 km fietsafstand met een niet elektrische fiets. Maar ik ken ook mensen die voor 300 m de auto nemen. Omdat op dit moment de Lingebrug voor auto's is afgesloten  moeten Randwijkers die in Zetten boodschappen willen doen een flink eind omrijden. Voor fietsers is er een noodbrug. Toch zie ik weinig mensen fietsen van Randwijk naar Zetten (3 km). Ik kom van de tandarts (Oosterhout) en fiets langs een basisschool in Herveld, het is bijna half drie de school gaat uit. Het is een heel klein dorpje maar het staat helemaal vol met auto's en daarom zijn er klaar overs nodig. Heel verdrietig dat ouders niet de moeite nemen om met hun kinderen te fietsen, het gevolg is dat de kinderen die nog wel fietsen onnodig bloot gesteld worden aan gevaar. Ik geloof niet zo in de drivability. De meeste mensen zijn gewoon lui. 

Ik ben niet optimistisch over het fiets gebruik van de Nederlanders. Zeker niet op het platteland. Er worden steeds meer fietsen verkocht maar de meeste mensen zijn mooi weer-rondje fietsen mensen. 

Zo worden die koude winters steeds schaarser.