dinsdag 22 oktober 2019

SPORTEN

Mijn zoon heeft afgelopen zondag de marathon van Amsterdam gelopen en zijn vriendin de halve marathon. Het was een beleving om daar aanwezig te zijn. Zoveel fitte en slanke mensen bij elkaar dat maak je niet vaak mee. Ik vind het altijd erg aanstekelijk. Als ik mensen zie sporten wil ik altijd direct meedoen. Vandaag zelf weer hardgelopen. Ik loop elke week hetzelfde rondje van 6 tot 7 km. Vandaag besluit ik een grotere ronde te lopen, omdat ik overweeg om mee te doen met de zevenheuvelenloop (15 km) en wil kijken of ik dat haal. Ik was van plan om 12 km te lopen, maar na 10 km vind ik het genoeg. Ik heb heerlijk gelopen en dat weet ik omdat ik dan mijn gedachten de vrije loop kan laten en niet bezig ben met lopen. Ik denk na over een artikel in de krant van maandag. Het artikel gaat over een wetenschapper die onderzoek naar het waarom sommige diersoorten langer leven dan andere en wat de mens daarvan kan leren.
Wat opvalt is dat soorten die minder energie verbruiken langer leven. Hij stelt dat het daarom niet goed is voor mensen om altijd in de kou te zitten, want dan gaat je interne  kacheltje harder branden en dat zorgt voor extra slijtage. Ook stelt hij dat het beter is om minder te eten, want dan hoef je minder te sporten en slijt je minder snel. Een hele vreemde redenering. Ik sport niet om meer te kunnen eten.
Het zit me niet lekker die opmerking. Ik kan niet geloven dat ik niet heel goed bezig ben met al dat bewegen. Tijdens het hardlopen bedenk ik dat er iets toegevoegd moet worden aan de bewering van de wetenschapper. Als je namelijk in goede conditie bent door veel te sporten gaat je hartslag in rust omlaag. Dat is juist gunstig en daardoor slijt je minder snel.
Ik word altijd zo blij van hardlopen dat ik sowieso zou blijven sporten.

vrijdag 11 oktober 2019

bijenlezing

Velt Nijmegen en omstreken organiseerde afgelopen woensdag een lezing over bijen door Manon Best. Het leek mij wel makkelijk. Nu kom ik het te weten wat ik moet doen om de wilde bijen in de tuin te helpen. Na de lezing begrijp ik dat het helemaal niet makkelijk is. Er zijn ruim driehonderd verschillende wilde bijen en hommels in Nederland en elke soort is anders. Een groot aandeel van deze bijen staat op de rode lijst. Daar kunnen ze ook weer van verdwijnen als het beter met ze gaat. Je kunt natuurlijk in het algemeen goed voor de wilde bijen zorgen in je tuin door veel bloemen en veel nestelgelegenheid in de vorm van holle stengels en dood hout. Ik was gewend om alle stengels te laten staan in de winter. In het voorjaar knip ik ze af en maak ze wat fijner en gooi ze in de border. In veel van die stengels overwinteren de eitjes van de wilde bijen. Sommige bijen komen pas in juni tevoorschijn. Dus die stengels mag je wel afknippen, maar leg ze dan in zijn geheel ergens neer. Als die bij in juni tevoorschijn komt moet er wel iets zijn om op te vliegen. Manon heeft mij wel gemotiveerd om wat specifieker te gaan kijkne en meer te observeren. Ik zie wel bijen, maar ik zie geen verschil. 
Door beter te observeren kun je ook heel specifiek een bij uitkiezen die je wil beschermen. Manon koos een bedreigde bij uit die wel in Gelderland voor komt, maar zeldzaam is, de maskerbij. De maskerbij is een goed herkenbare bij, zwart met een wit masker.Toen is gaan kijken welke maatregelen kan ik nemen om die bij weer in mijn tuin te krijgen. De maskerbij vliegt in juni/juli. Dus moet je  kijken naar de stuifmeel en nectarwaarde en bloeitijd van planten. Uien en knoflook hebben een zeer hoge stuifmeel en nectarwaarde en ze bloeien in juni/juli.
Volgend jaar ga ik meer observeren, ik ga meer uien aanplanten en in bloei laten komen. De grote sierui werkt overigens ook. En als ik dan een keer de maskerbij tegenkom, ga ik dat zeker opschrijven.

dinsdag 8 oktober 2019

imkers

Een vreemd fenomeen is het dat er steeds meer imkers komen. Het gaat slecht met de (wilde) bijen en dat heeft een aantal oorzaken. Een van de oorzaken is een gebrek aan planten door de achteruitgang van de biodiversiteit, verstening van tuinen en verkeerde plantenkeuze. Omdat ik in mijn tuin ook het idee had dat het fruit slecht bestoven werd, wilde ik ook imker worden. Ik heb zelfs op de wachtlijst gestaan. Door me in het onderwerp te verdiepen en doordat er bij de buurman twee bijenkasten  geplaatst werden heb ik me bedacht. Ik heb besloten volop in te zetten op de wilde bij en hommel. Dat is best ingewikkeld. Wilde bijen en hommels zijn in tegenstelling tot honingbijen, bijzonder kieskeurig. Voor bijna elk gevleugeld exemplaar zou je een aparte plant en/of omstandigheid in je tuin moeten hebben. Het zandpaadje in mijn bloemenspiraal is zonder dat ik het wist een perfecte keus. Sommige gevleugelde vriendjes nestelen in zand. Ook muizenesten zijn bijzonder populair voor sommige soorten. Ik had dit jaar een muizenplaag in de moestuin, dus voldoende nest gelegenheid voor de bijtjes. Verder lees ik in het boek "De tuinjungle"dat vingerhoedskruid en akelei fijne planten zijn met diepe bloemen voor hommels met een lange tong. Voor de korte tong exemplaren hebben we lavendel en kattenkruid in de tuin. De honingbijen zijn dol op bernagie en tijm. Berenklauw, engelwortel, wilde peen trekken kleine solitaire bijen, kevers en zweefvliegen aan. Kamperfoelie en vlinderstruik zijn nuttig voor de motten en nachtvlinders. Marjolein of wilde majoraan moet sowieso iedereen hebben want alle bestuivers zijn er gek op. Verder is het goed om te streven het hele jaar iets bloeiends te hebben; vroeg in het jaar wilg, gevlekt longkruid en sedum en klimop in de herfst. Tot zover heb ik alles in de tuin om een grote en diverse populatie bestuivers tevreden te stellen.
Morgenavond is er een lezing over gevleugelde vrienden in de moestuin georganiseerd door Velt Nijmegen en omstreken. Ik ben benieuwd wat ik nog meer kan doen.