maandag 23 december 2024

Wat kan ik doen?

Waar zouden we zijn zonder Fools en Dreamers?

Ik lees op Nature Today dat er in Nederland al 1500 boeren zijn die agro-forestry toepassen op hun terrein. In Gelderland zijn er 90 initiatieven geteld. Volgens een voorlichter is de trend niet te stoppen en komen er steeds meer bedrijven bij die bomen en struiken gaan planten. Boeren merken ook dat de bodem verarmt en dat het slecht gesteld is met de biodiversiteit. Een boer verwoordt het heel mooi: "ik ga opschalen van 180 naar 120 koeien. Er worden bomen en struiken geplant op het terrein. De koeien gaan grazen op kruidenrijk grasland". Koeien weten, net als andere dieren welk kruid ze nodig hebben, Ook blijken koeien hun dieet graag aan te vullen met 10 tot 15%  houtig materiaal uit hagen. 

Op 9 mei 2023 schrijf ik over Hugh Wilson, een botanist in Nieuw Zeeland, die een enorm terrein gaat beheren. Of eigenlijk niet beheren, maar waar nodig bijsturen, waardoor het terrein zich herstelt in het oorspronkelijke bos met een enorme diversiteit en vele watervallen. Toen Hugh begon met het plan, meer dan 30 jaar geleden vonden boeren in de omgeving het een grote schande dat hij land dat ook gebruikt zou kunnen worden voor landbouw en veeteelt zo liet "verwaarlozen". Wat het nog erger maakt was dat Hugh de gaspeldoorn, het meest gehate onkruid van Nieuw-Zeeland, liet groeien. Hugh wist dat gaspeldoorn jonge boompjes helpt overleven en daarna vanzelf verdwijnt. omdat het alleen in volle zon groeit. Op internet staat een prachtige documentaire over het werk van Hugh. 

Aan het eind van de documentaire zegt Hugh: "dit is wat wij hier konden en moesten doen voor de omgeving waar we wonen. Kijk wat jij kunt doen in jouw omgeving om de biodiversiteit te verbeteren."

Wouter van Eck begon ongeveer 15 jaar geleden een voedselbos in Groesbeek. Hij is vast in zijn omgeving een fool en een dreamer genoemd. Ondertussen heeft hij vele mensen geïnspireerd iets te gaan doen aan de verarming van de bodem en biodiversiteit. Bovendien is er een trend in gang gezet om anders te kijken naar de toekomst van de voedselproductie en consumptie in Nederland. Toen ik 8 jaar geleden voor het eerst in het voedselbos van Wouter een rondleiding kreeg, ging er een nieuwe wereld van eetbare planten en bomen voor me open. Ik heb geen voedselbos, maar ben zeker wel geïnspireerd door de principes van een voedselbos en heb veel zogenaamde voedselbos planten geplant. Niet iedereen kan en hoeft een voedselbos in de tuin. Maar je kunt wel kijken wat je kunt doen in het stukje buitenruimte dat je beheert. 

Ik ga in februari in Randwijk een lezing/workshop geven over "zaadjes planten voor een streekeigen tuin". Mijn eigen tuin kan ook nog opschalen naar nog meer streekeigen planten. Planten die van oudsher in het gebied waar ik woon voorkwamen. Deze planten hebben een hofhouding. Je hebt supermarkt eters onder de insecten, deze zijn meestal niet bedreigd. Je hebt ook fijnproevers, insecten die afhankelijk zijn van èèn plant. Als deze plant verdwenen is door onze huidige manier van landbouw en veeteelt is ook dit insect verdwenen. 

Daar ga ik me in verdiepen. Welke insecten zijn verdwenen uit de Over-Betuwe en welke planten moeten we in onze tuinen planten om te proberen deze insecten weer terug te krijgen. Daar ga ik over vertellen en dat is wat ik ga doen in mijn eigen tuin het komende jaar. Onder andere. 



dinsdag 10 december 2024

Mijn racefiets

We moeten een lijstje maken van voorwerpen die belangrijk voor je zijn. Ik noteer als eerste: fiets. Verder volgen nog snoeischaar, hori hori, laptop, bureau, schrift, gelpen. Uiteindelijk moeten we 1 voorwerp kiezen waar je een verhaal over kunt schrijven. 

Ik zit op een cursus autobiografisch schrijven dus ik mag lekker putten uit mijn herinneringen. Ik besluit een verhaal te schrijven over mijn beklimming van de Mont Ventoux.

"Kilometers en kilometers heb ik getraind op mijn racefiets. 

"Ik ga dit jaar de Mont Ventoux op fietsen": roep ik stoer, terwijl ik zit te eten met mijn gezin. Een beetje meewarig lachend kijken ze mij met zijn drieën aan. Spottend zou ik het willen noemen. Een paar maanden later komen mijn kinderen er op terug. "Ben je al aan het trainen, mam"? Nu krijg ik haast. Ik koop een racefiets en begin te fietsen. Ik ontdek op strava: knallen langs het kanaal en ga enthousiast de competitie aan. Het fietsen vind ik meteen fijn. Alleen die vaste voeten bezorgen me soms nachtmerries. Je gaat een keer vergeten uit te klikken, waarschuwt mijn zoon. En dat gebeurt ook. Een paar keer zelfs. Gelukkig val ik steeds in de berm. 

Mijn vriend neemt zijn taak als trainer zeer serieus en neemt me mee naar Limburg, waar ik tegen muren op moet fietsen. We gaan op trainingskamp in Noord-Italië en rijden collen op die geschrapt zijn uit de Giro, te steil en te gevaarlijk. Ik sta doodsangsten uit tijdens afdalingen langs ravijnen zonder vangrail. Maar ik geef geen krimp. Alles moet wijken voor dat ene doel: de Mont Ventoux. 

Welke datum weet ik niet meer. Het is een maandag in september, ongeveer 10 jaar geleden. Gespannen rijd ik met mijn dochter en 2 racefietsen achterop de auto naar het begin van de beklimming. Het gaat beginnen. Mijn dochter ontdekt dat ze haar fietsschoenen in het huisje heeft laten liggen. 

Heel jammer, maar ik moet gaan. Ik stap op mijn fiets en begin aan de beklimming. De tijd vind ik niet belangrijk. Naar boven fietsen zonder afstappen is het doel. Als ik het niet red en moet afstappen begin ik opnieuw. Na ongeveer 2 en half uur kom ik aan op de top. Boven staat een groepje wielrenners van mijn leeftijd mij stomverbaasd aan te kijken. :"Ben ik nota bene de Mont Ventoux op gefietst heb ik niemand om mee te vieren": zeg ik tegen het groepje/ Jawel hoor roepen ze en spontaan staan we met de armen om elkaar te dansen. 

Het is slecht afgelopen met mijn racefiets. Ik kom elke dag in mijn fietsenschuur om mijn fiets te pakken. Een andere fiets. Een fiets waarmee ik boodschappen kan doen en op vakantie. Mijn racefiets hangt aan de muur, stoffig en met leeggelopen banden.  Ik probeer echt voor me uit te kijken en geen blik opzij te werpen. Niet dat een racefiets verwijtend kan kijken, maar dat voelt wel zo. "

zondag 1 december 2024

Alweer discipline

De Amerikaanse president Joe Biden is van plan twee goedgekeurde obesitasmedicijnen op te nemen in de ziektekostenverzekering. In de Verenigde Staten (75% overgewicht) zitten ze net als in de rest van de Westerse wereld met een enorm probleem. In Nederland heeft de helft van de mensen overgewicht. De Verenigde Staten zijn vaak een voorbeeld voor ontwikkelingen in de rest van de Westerse wereld. 

Wat de vergoeding van obesitasmedicijnen betreft lopen we voor. De twee goedgekeurde obesitasmedicijnen worden in Nederland al vergoed voor mensen met zwaar overgewicht. Ik ben bladeren aan het harken in de tuin. Een rustgevend werkje, zeer geschikt om tegelijkertijd naar een radioprogramma te luisteren en commentaar te geven. Dat lukt niet met een bladblazer denk ik. 

Ik luister naar Nieuwsweekend en hoor hoe Liesbeth van Rossum, hoogleraar obesitas, antwoord geeft op de vragen van Mieke. Mieke vraagt of preventie niet veel nuttiger is, meer bewegen en gezonder eten. Liesbeth is het daarmee eens, maar geeft aan dat dat voor mensen met zwaar overgewicht meestal niet voldoende is. Bovendien kunnen ze het meestal niet volhouden. De pillen helpen bij het afvallen. Er is minder trek in zoet en men vindt het minder moeilijk om gezond te eten. Het probleem is wel dat het terugkomt als er met de pillen wordt gestopt.

Liesbeth vertelt over mensen die pech hebben met de genen. Mensen met een minder goede suikerstofwisseling hebben sneller zin in zoet, een langzame stofwisseling en ik voeg er verslavingsgevoeligheid aan toe. Ik heb het alle drie. 

Waarom niet mensen onderzoeken die dit ook hebben en toch slank en gezond zijn. Hoe doen die mensen dat? Nooit worden mensen genoemd die slank blijven. Zijn de mensen met ernstig overgewicht wel geholpen met de genen de schuld geven? De meeste mensen die slank blijven doen daar moeite voor, daar ben ik van overtuigd. Ik ken mensen van dichtbij die hun hele leven heel dun zijn geweest ondanks heel veel eten. Maar op een gegeven moment kan ook bij hen de broek niet meer dicht en gaan ze ingrijpen. Minder eten en meer bewegen. Het klinkt simpel en dat is het ook als je een paar kilootjes kwijt moet. Om je nieuwe leefregels vol te houden heb je discipline nodig. 

Ik heb altijd beweerd dat je discipline kunt trainen. Je kunt het op allerlei manieren trainen. Je zoekt iets wat je eigenlijk niet wil, heel erg tege opziet of over twijfelt of je het wel kunt: de zevenheuvelenloop lopen, een koude douche, in de tuin lopen in je onderbroek en op blote voeten in de sneeuw, de mont ventoux op fietsen. Wat een overwinning als je het toch doet. Wat een euforie. Dat wil ik nog wel eens voelen. 

Zo werkt het blijkbaar niet alleen voor mij. Ik ben me aan het voorbereiden op een lezing over verouderen. "Ouder worden, ziekte of zegen? " Ik bestudeer allerlei onderzoeken die gedaan worden naar verouderen. Een van de onderzoeken bij ouderen bestaat uit het effect van krachttraining op het ouder wordende lichaam. Het bijeffect van bijna alle deelnemers is dat mensen ook uit zichzelf gezonder gaan eten. Er worden meerdere onderzoeken beschreven waarbij een factor in de leefstijl wordt veranderd en onderzocht en mensen uit zichzelf meer leefstijlfactoren aanpassen in de gezondere richting.

Door discipline voel je je beter over jezelf. Je overwint iets en doet wat je met jezelf hebt afgesproken. Dat voelt goed. Je gaat positiever over jezelf denken en daardoor makkelijker goede keuzes maken. 

Ik denk dat het zo zit. In het kort. 

dinsdag 26 november 2024

schrijven

De schrijfclub in Randwijk is gestopt. Ik heb in Wageningen een schrijfclub gevonden. We gaan autobiografisch schrijven. De opdracht gisteravond was Free Writing. Zet je pen op papier en schrijf 6 minuten door. Niet nadenken, doorschrijven. Een van de beginzinnen was "ik wil schrijven over"......

Ik schrijf dat ik heel graag wil schrijven over mijn tuin. Ik ben al een hele tijd bezig met een boek over mijn tuin. Ik dacht een boek te schrijven over wat er in de tuin groeit, wat kun je allemaal met die betreffende plant en wat is de eventuele geneeskrachtige werking. Het leek zo simpel, iedereen doet het. Maar ik merk dat het steeds moeilijker wordt om een boek over de tuin te schrijven, er komt steeds meer bij. De tuin en ik hebben een relatie gekregen. Een relatie met verwachtingen, liefde, warme gevoelens, teleurstellingen en gemis als ik weg ben. Er lopen zoveel draden dat ik in de war ben geraakt. 

Een goede relatie is niet een plaatje in je hoofd waar iemand of in dit geval de tuin aan moet voldoen, maar liefdevol kijken naar hoe de ontwikkeling gaat en genieten van wat er ontstaat.

Ik heb ook een verantwoordelijkheid naar alle dieren die mijn tuin hebben uitgekozen om te komen wonen, of ik daar nou blij mee ben of niet; kikkers, hazen, salamanders, libellen, mollen, muizen wezels. marters, vogels. 

Ook heb ik gevoelens voor mijn tuin die ik moeilijk onder woorden kan brengen. Er overvalt mij een gevoel van ontspanning, warmte en liefde als ik de tuin in loop. Ik vermoed dat dit gevoel ontstaat omdat ik niet vecht tegen de natuur die ook mee wil doen in de tuin. Maar ik weet het niet zeker.




maandag 25 november 2024

vallende bladeren

We zijn een weekje op vakantie in de Dordogne. In de buurt waar we 15 jaar hebben genoten van een gigantische tuin, het verbouwen van een oud huis en van de prachtige omgeving. Als we aan kwamen rijden, de auto parkeren op het erf, de motor uit, ging ik altijd eerst staan luisteren. Wat hoor je? Niets, echt helemaal niets. De stilte toeterde in mijn oren. 

De eerste ochtend ga ik wandelen in het bos en kastanjes zoeken. Ik ben al een tijdje aan het verzamelen als ik opkijk. Wat hoor ik? Niks. Ik hoor helemaal niets. Het is zo stil, ik kan een blad horen warrelen uit een hoge boom en landen op de zachte bodem. Ik gedij heel goed bij stilte.

In de NLP intensive leer ik over representatiesystemen. Elke ervaring is een samenstelling van zintuigelijke indrukken. Representatiesystemen zijn de verschillende manieren waarop we de waargenomen informatie aan onszelf weergeven en naar buiten brengen. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen een onbewuste voorkeur  voor het visuele (zien), auditief tonale (horen), kinesthetische (doen) of auditief digitaal (denken). 

Ik verblijf een week in een hotel voor de NLP intensive. De eerste ochtend informeer ik bij mijn medecursisten of de verwarming en de airco bij hen ook zoveel lawaai maken? De groep kijkt me glazig aan. Lawaai? Na de les over representatiesystemen begrijp ik het verschil. Ik ben bijzonder auditief tonaal. Ik hoor meer dan andere mensen. Dat maakt het niet makkelijker maar wel beter te begrijpen. 



dinsdag 12 november 2024

Zaadjes planten

Ik blader door de zaadcatalogus van Velt en streep aan welke groenten ik wil bestellen. Dit is een van de leukste bijkomstigheden van een grote tuin. Ik kan heel veel onderstrepen en bestellen. Ik heb overal plaats voor. 

Terwijl ik door de catalogus blader en diverse groenten aanstreep is mijn tuin op haar mooist. Alle groenten die ik aanstreep zie ik direct ergens in de tuin groeien. Prachtige stevige stengels met knapperige mosgroene spruiten, dikke paarsrode spitskolen, rode en groene boerenkool door elkaar, wollig en kroezig en minstens 1 meter hoog. Heerlijke malse sla in diverse kleuren. In de kas vechten de tomaten om aandacht geel, oranje, zwart, groen en ook rood staan de vruchten te blozen. Kerstomaatjes die meestal de keuken niet halen. Ik kan het niet laten om in het knapperige velletje te bijten, waarna de fris zure inhoud mijn mond in stroomt. Ook joekels van vleestomaten, 1 tomaat is genoeg voor een salade. Pittig pepers groeien weelderig met dikke groene en lange rode exemplaren. Altijd weer spannend. Eerst proeven voor ik ze in het eten verwerk. Aardappelen vind ik niet zo spannend. Ze zijn vooral fijn om een nieuw stuk grond te ontginnen. Knoflook zit al in de grond en uien horen er gewoon bij.

Alles groeit weelderig door elkaar zonder problemen. Als ik in de zadencatalogus blader heb ik geen luizen, muizen, slakken, rupsen of andere minder gewenste dieren in de tuin die graag willen mee eten. Door de zaadcatalogus vergeet ik de minder geslaagde teelten van afgelopen jaar. Ik vergeet dat ik sommige gewassen tot 4 keer toe gezaaid heb vanwege de slakken en dat ik uiteindelijk biologische plantjes gekocht heb bij de Welkoop. (aanrader, hebben het heel goed gedaan). Ik vergeet dat ik lang heb moeten wachten voor ik iets kon oogsten uit de tuin omdat het een koel voorjaar was. Ik vergeet dat ik eindeloos rupsen heb gevangen van de kolen om ze verderop weer in een kool te zetten die ze wel op mochten eten. 

Enige weken later komt de kruidencatalogus. De kruidencatalogus maakt mijn tuin compleet. Alle zaden die ik bestel zie ik in volle glorie bloeien. Ik loop zelfs al rond met een mandje om te oogsten voor kruidenthee of kruidenolie. 

De werkelijkheid is al prachtig, maar de zaadcatalogussen maken mijn tuin nog mooier.

Nieuw seizoen, nieuwe kansen het zaadje is weer geplant.



dinsdag 5 november 2024

voelen

Een warm gevoel overvalt me als een goed passende mantel van zachte stof. Ik stap de tuin in van een vrouw met een passie voor tuinieren. We zijn op het aperatief uitgenodigd bij de gastvrije en charmante Engelse buren van het Franse vakantiehuisje voor een week. De buurvrouw vertelt enthousiast dat ze niet alleen in Frankrijk een tuin heeft maar ook in Engeland bij haar huis en ook nog een volkstuin (allotment).Hoewel de tuin niet direct heel mooi is, voel ik dat de buren met liefde en aandacht in de tuin aanwezig zijn. Het wordt tijd dat ik ga geloven dat ik dat kan voelen. Jaren geleden, toen we nog in Brabant woonden en lange vakanties vierden in Frankrijk voelde mijn tuin verweesd aan als ik thuiskwam na wekenlange afwezigheid. Meestal was het al donker als we thuiskwamen. De voordeur open, de stapel post opzij schuiven en direct door naar de achterdeur. Dan liep ik in het donker met mijn handen over mijn planten te strelen. Ik was altijd erg blij om mijn planten weer te zien en benieuwd hoe de tuin er bij lag, Ik had het gevoel dat mijn planten mij gemist hadden en helemaal opfleurden na een paar dagen. Ik heb dat nooit aan iemand verteld en nam dat zelf ook niet zo serieus. Tegenwoordig denk ik het steeds vaker te voelen. Tuinen waar mensen vechten tegen natuurlijke processen en tuinen waar mensen proberen samen te werken met de natuur. 



maandag 28 oktober 2024

Geen bericht van boven

 Mijn moeder voelt haar levenseinde naderen. Net zoals over haar leven is ze ook de baas over haar dood. Ze is gestopt met eten en drinkt weinig. Na het breken van haar heup is haar strijdlust verdwenen. Ze heeft veel pijn en verlangt naar het einde. Ze is ervan overtuigd dat ze haar grote liefde, mijn vader, weer zal zien na 24 jaar. Er is ook onzekerheid. Hoe is het in de hemel? Ze wil graag spreken met een vrouwelijke dominee met wie ze zich verbonden voelde. Ik neem contact op en krijg te horen dat ze op vakantie is. 'Dan wacht ik wel met doodgaan tot ze terug is' zegt mijn moeder koppig. Ik weet haar te overtuigen dat ze vast ook wel met de huidige dominee kan praten. 

Ik bel de dominee van de protestante gemeente Elst. Het staat hem niet erg aan dat hij tweede keus is, maar hij wil toch wel komen. De dag na het bezoek vraag ik mijn moeder hoe het was. Ze kijkt verongelijkt. 'Die dominees tegenwoordig die weten ook niks meer' zegt ze. Ik vraag wat ze bedoelt. 'Ik vroeg hoe het in de hemel is. Daar kon hij geen antwoord op geven. Hij wist het niet'. 

Even later. 'Ik ga zelf wel kijken!' Hoofdschuddend gaat ze weer liggen en valt in slaap. 

Het is alweer bijna 2 maanden geleden dat mijn moeder is overleden. Tot nu toe geen bericht van boven. 





donderdag 22 augustus 2024

ouder worden

Er wordt veel geld besteed aan onderzoek naar veroudering. Omdat veroudering een ziekte is geworden, wordt er gezocht naar een medicijn. Iedereen verouderd dus dat zou weleens een goudmijn kunnen worden net als de totaal overbodige en zelfs schadelijk cholesterolremmers.

Ik hoor veel van mensen van mijn leeftijd, bijna 70, dat ze nog ouders hebben. Vaak een van de ouders, namelijk de moeder. De moeders zijn in de negentig, sommige worden zelfs honderd. Algemeen wordt aangenomen dat deze trend zich voortzet en dat we steeds ouder zullen worden. Dat gaat niet gebeuren. Ik denk dat we nu op de top zijn. Vanaf nu gaat de gemiddelde leeftijd omlaag. Misschien nog èèn generatie. De generatie van mijn moeder is sober opgegroeid. Bovendien hebben veel mensen honger en ontberingen geleden in de oorlog. Dat is niet fijn maar voor je gezondheid kan tijdelijke schaarste een gunstig effect hebben. Mijn generatie is nog opgegroeid grotendeels zonder auto, zonder fastfood, chips en snoep. Bovendien kwam overgewicht nauwelijks voor. Als mijn dochter een foto ziet van mij met mijn huisgenoten in mijn studententijd vindt ze ons heel erg mager. Dat was toen normaal. Dat is nog steeds normaal. We fietsten alles, openbaar vervoer was te duur. We dronken alleen veel op feestjes als de drank gratis was, in de kroeg hooguit twee drankjes.

Inmiddels heeft de meerderheid van de mensen overgewicht. Dat gaat geen enkele interventie nog veranderen. Er wordt bijna alleen nog elektrisch gefietst. Kinderen hebben een fatbike. Ik kan niet geloven dat een medicijn al deze factoren die gezond oud worden negatief beïnvloeden gaat opheffen.

Ik ben geen wetenschapper, maar als ik om me heen kijk zie ik zorgelijke ontwikkelingen. Ik schrijf dit alleen op om, als ik dat mag meemaken, te kunnen denken : dat zei ik toch! 

 





maandag 19 augustus 2024

vliegen?

Dus we kunnen met een gerust hart in het vliegtuig stappen, deze vakantie; zegt de presentator van het radioprogramma Spraakmakers.Wat? Wie stapt er nog met een gerust hart in het vliegtuig? Het jaar 2024 is hard op weg het warmste jaar ooit gemeten, te worden. Er zijn orkanen, de oceanen zijn te warm, de hittegolven in diverse delen van de wereld zijn talrijk. En op veel populaire toeristenplaatsen zijn protesten en zijn we niet meer welkom. Ik weet best waar het onderwerp op de radio over ging. Boeing moet zijn uiterste best doen om de mensen te overtuigen dat vliegen echt heel veilig is vanwege recente incidenten. Uit een pas gepubliceerd Brits onderzoek blijkt toch echt dat vliegen enorm vervuilend is.  Een relatief kleine groep mensen maakt lange vluchten en dat levert heel veel uitstoot op. De onderzoekers benadrukken dat nu vooral de focus ligt op woon-werkverkeer. Dat betreft heel veel mensen en mag ook zeker aangepakt worden. Maar de impact van vliegen is groter, terwijl er veel minder mensen bij betrokken zijn. Je mag best van mensen eisen dat ze maar 1 keer per jaar vliegen. Dagelijks woon-werkverkeer is lastiger te veranderen. Gek genoeg wordt vliegverkeer meestal niet meegewogen in onderzoeken naar uitstoot van bewegingen van mensen. Ik heb voor het allerlaatst gevlogen in 2015 naar een schrijfcursus in Ierland. Mijn kinderen gaan ook niet op vliegvakanties en gelukkig hoor ik steeds meer om me heen. Nee, vliegen dat probeer ik niet meer te doen. 

Nee, Roos Abelman, we kunnen nooit meer met een gerust hart in het vliegtuig stappen. We zijn met teveel op deze aarde en onze impact is te groot. 

Wat wil je uitdrukken?

 "Wat wil je uitdrukken": vraagt de vioollerares aan de jonge violiste Noa Wildschut. Noa vertelt dat ze van diverse vioolleraressen andere vaardigheden heeft geleerd. Vaardigheden die ze meeneemt, de rest van haar leven. Het interview in de krant blijft me bij. Tijdens het hardlopen komt het terug. Van wie heb ik levenslessen geleerd? Niet van iemand van het onderwijzend personeel tijdens mijn schoolcarrière. Ik kan me geen enkel inspirerend figuur herinneren. En ik heb van niemand het idee gekregen dat ze het beste met mij voorhadden. Mijn ouders zullen vast het beste met mij voorgehad hebben, maar zij verstonden daar iets anders onder dan ik. 

De eerste wijze lessen kreeg ik niet zozeer van iemand maar meer door wat ik meemaakte. Ik was 27 en totaal de weg kwijt. De man, zonder wie ik mij een leven niet kon voorstellen, had voor iemand anders gekozen. Voor een vrouw die hem wat meer stabiliteit en zekerheden bood. Ik leefde op de automatische piloot, was erg ongelukkig en besloot in mijn eentje op fietsvakantie te gaan. Noorwegen leek me een veilige bestemming. In het Zuiden waren de mannen nogal opdringerig. Daar durfde ik als vrouw alleen niet naar toe. Met fiets en bepakking op de boot van Amsterdam naar Bergen. Aankomst in Bergen met zonsopkomst. Ik herinner me de ongelofelijke schoonheid van het landschap. De vele eilandjes en rotsen waar het schip tussen moest laveren en de zacht oranje lucht. Opgelucht fiets ik van de boot af. Het gaat beginnen. Wat er ging beginnen had ik niet over nagedacht. Na een hele dag fietsen door prachtige natuur, had ik niemand gezien en ook geen camping. Dat werd mijn eerste overnachting in het wild langs de kant van de weg. Geen oog dicht gedaan van angst, maar het went. De lessen die ik leerde waren dat je altijd weer mensen ontmoet. Ik was wel eens wanhopig als ik al dagen niemand had gezien, maar ineens waren daar 2 vriendinnen waar ik samen mee kampeerde. Later kwam ik 2 medicijnen studenten tegen, waar ik een paar dagen mee opgetrokken ben. Op een gegeven moment stond ik op een camping naast Gerard, de renovatietimmerman. Met Gerard besprak ik de problemen die hij met zijn vriendin had. En Gerard vertelde me alles over de renovatie van een kerk in Utrecht. We konden helaas niet samen fietsen, want Gerard was op de brommer.  In Nijmegen kwam ik alleen in aanraking met studenten. We zijn nog een hele tijd contact blijven houden. Alle mensen die ik tegenkwam hadden dezelfde boot terug naar Nederland. Pas toen ik 30 jaar later Wild van Cheryl Strayed las besefte ik dat het heel dapper was om zo een reis te ondernemen. Net als de hoofdpersoon in het boek begon ik de reis uit wanhoop. Ik was er ook totaal niet trots op. Ik schaamde me dat ik alleen ging. Maar net als in het boek heeft de reis mijn kijk op het leven veranderd. Ik wist dat ik het alleen kon. Sterker nog, ik heb ervaren dat ik in mijn eentje ook gelukkig kan zijn.  

De tweede keer dat ik alleen op reis ging, verkeerde ik in een andere crises. De kinderen waren uitgevlogen en ik wist dat ik weer meer Paula moest zijn en minder moeder. Maar ik was Paula kwijt. Ik moest weer op zoek maar mijn wilde haren, op zoek naar waar ik gelukkig van wordt. In een andere omgeving op zoek naar wat ik wil uitdrukken. Ik heb er vaker over geschreven. Ik ben naar een eco-camping vertrokken in de Spanje. Daar ontmoette ik Elin, een vrouw die mijn vioollerares is. Elin verstond de kunst het leven naar haar hand te zetten. De omstandigheden te scheppen zoals zij het wilde hebben. Ook heb ik daar geleerd welke mensen ik op afstand moet houden. Mensen die energie kosten, waar ik heel moe van wordt. 

woensdag 26 juni 2024

Geluiden

Ademloos en vol verwondering heb ik het boek "geluiden van het leven" van Karen Bakker gelezen. Fascinerende verhalen over walvissen, olifanten, koraal, vissen en vleermuizen. Al deze dieren maken verschillende geluiden en hebben een taal, Ook dieren die wij niet kunnen horen hebben een stem en drukken emoties uit een een bepaalde taal. Wij kunnen de geluiden niet horen omdat onze oren niet goed genoeg zijn en omdat de geluiden zich vaak op een andere frequentie afspelen. Door middel van AI wordt onderzocht wat de dieren zeggen. Men zoekt naar patronen in bepaalde situaties. De taal van olifanten is uitgebreid onderzocht. Olifanten roepen elkaar bij de naam heeft men ontdekt. 

Zouden de slakken in mijn tuin hun vrienden roepen. Hè hallo hier staat een heerlijk vers net gezaaid afrikaantje, Ook de boontjes zijn dit jaar lekker. 

Bij het radioprogramma vroege vogels afgelopen zondag kwam een jonge wetenschapper vertellen over het onderzoek naar taal bij dieren met behulp van AI. Ik luister aandachtig en verbaas me. Kennelijk wil iedere wetenschapper zijn of haar eigen wiel uitvinden. Wat de wetenschapster vertelde wist ik allemaal al uit het boek van Karen Bakker, geschreven in 2022. Wat gaan we met deze kennis doen vraagt Menno, de presentator van het radioprogramma. De wetenschapper denkt dat de kennis over taal bij dieren gebruikt zou kunnen worden bij bijvoorbeeld politiepaarden. Hoe kunnen we deze dieren geruststellen zodat ze niet in paniek raken bij demonstraties.

Ik denk aan kalfjes in een veewagen op transport, aan kippen opeengepakt in een stal, aan varkens opgesloten in een hok. Aan koeien waarbij het kalfje direct is weggehaald. Wat nou als het lukt de taal van deze dieren te ontcijferen. 


maandag 10 juni 2024

decolonising botany

 " Oh jij eet zeker ook pesto van zevenblad, zo'n soort smaak": antwoord de gastvrouw smalend op mijn opmerking dat grote klis een heerlijke wortel is. De rest van de gasten schaart zich achter de gastvrouw en ik hou mijn mond. Mijn kennis over inheemse gewassen is niet besteed aan deze mensen. Hele aardige en leuke mensen met een groot hart voor de natuur. Het was een leerzame en fijne ochtend van de "niets tot iets" groep. We komen al 7 jaar èèn keer per jaar bij elkaar om bij een van de deelnemers het terrein/tuin te bekijken. 

In het fantastische boek van Dan Saladino " Eten tot het op is" lees ik over een andere wortel die ooit het hoofdvoedsel was van de aboriginals: Murnong of Microseris scapigera. Een radijsachtige wortel met de smaak van kokosnoot. Zonder Murnong was er geen leven mogelijk geweest in Zuid-Oost Australië. De diverse stammen leefden 10 000 den jaren in dit gebied en aten vooral murnong en wat ze konden vangen aan kleine dieren. De zoete voedzame wortels werden geroosterd of in een grond oven bereid. De wortel en de kennis over de wortel is verdwenen door geweld. Tussen 1953 en 1957 testte de Britse regering kernbommen in de woestijnen van Zuid-Oost Austalië. De 10.000 aboriginals die er nog rond zwierven moesten weg en werden verdreven. Bovendien brachten de Europese kolonisten miljoenen schapen naar Australië, die al snel door hadden hoe ze de lekkere wortel konden vinden. Grassen en konijnen maakt het werk af. De aboriginals zijn massaal gestorven en uitgeroeid door honger en ziektes. Inmiddels sterven ze door een Westers dieet van meel en suiker. Een dieet dat voor niemand gezond is maar de aboriginals krijgen vaker dan gemiddeld diabetes type 2 door een westers dieet. Gelukkig zijn er inmiddels initiatieven om de wortel weer te telen en ook in restaurants te serveren. 

Berenwortel of osha of Ligusticum posteri is ook een wortel die groeide in Colorado. Net als Echinacea, guldenkruid en Amerikaanse ginseng was berenwortel een plant die gebruikt werd door de inheemse bevolking van Amerika en gecommercialiseerd door de kolonisten. In de bergen word er op industriële schaal gezocht naar deze bedreigde wortel. Ook de inheemse bevolking van Amerika is uitgeroeid, verdreven van hun grond en weggestopt in reservaten. Langzaam komt het besef om de oude inheemse kennis terug te veroveren en deze wijsheid weer toe te passen. 

Wat doen wij? Wij hebben vrijwillig afstand gedaan van onze autonomie op ons voedsel. Wij eten wat de industrie ons voorzet. Honig, Hak, Fastfood restaurants, thuisbezorgd, pizzakoeriers, Hello Fresh. Wie kookt er nog zonder pakjes of zakjes? Als je zelf probeert groente te verbouwen is dat niet alleen ontzettend leuk (ook wel eens frustrerend) maar je ontzag voor de landbouwer groeit. Elke week loop ik in de biologisch winkel met grote ogen de prachtige groenten te bewonderen, Hoe krijgen ze het voor elkaar? Ik ontworstel met veel moeite enkele courgettes, kropje sla, boontjes en als ik geluk heb kool aan de bodem. Bloemkool begin ik niet eens aan. 

Op de Wageningse Berg is er een beelden tentoonstelling met als onderwerp: decolonising Botany met bij behorende lezingen en discussie avonden. Afgelopen donderdag in de bibliotheek in Wageningen een lezing van een universitair docent. Nog steeds worden inheemse stammen verdreven van hun land om plaats te maken voor Westerse hobby's, zoals een gezellige safari of mijnen vanwege grondstoffen voor onze telefoons. De mensen worden niet alleen verdreven ze zijn ook hun voedsel kwijt, hun tuin, hun habitat. Aan het eind van de avond de vraag: wat kunnen we zelf doen? 

Laten we in ieder geval nadenken over wat we eten en waar het vandaan komt. Het helpt om voedsel te kopen uit de regio, dan hoeven ze in Afrika niet mijn boontjes en sla te telen. Voedsel uit eigen tuin of boerderijwinkel aangevuld met wortels uit het wild. Onze murnong en osho is grote klis wortel vol inuline. Inuline is belangrijk voedsel voor goede darmbacteriën. Grote klis, een wortel, net als wilde pastinaak , die onze voorouders vast overvloedig gegeten hebben 

Decolonising botany, eet wat er groeit. 

vrijdag 7 juni 2024

Verdwenen intelligentie?

 

De aboriginals zouden weerstand hebben gevoeld om te leren lezen en schrijven. Ze vertelden hun scheppingsverhalen over de droomtijd generatie op generatie uit hun hoofd. Als je het gaat opschrijven hoef je het niet meer te onthouden dus dan vergeet je het. Je mag het vergeten, want het is opgeschreven. Uiteindelijk zullen ze toch wel gedwongen zijn te leren lezen en schrijven om mee te kunnen in de moderne samenleving. Wat dat heeft betekent voor het geheugen weet ik niet. Ik vind de aanname heel logisch klinken. Iets wat je niet gebruikt gaat in kwaliteit achteruit.

Zo vermoed ik dat het richtingsgevoel van mensen op den duur helemaal zal verdwijnen, We hebben immers GPS. Sommige mensen denken helemaal niet meer na. Ze zetten de GPS aan voor ze de oprit afrijden. Een verbijsterend voorbeeld maakte ik laatst mee. Ik stond bij het Lexkesveer aan de Wageningse kant op de pont te wachten. Er komt een auto aanrijden, stopte niet bij streep. Reed langzaam doch gestaag door richting het water, ondertussen turend op zijn scherm. Op een meter voor het water stopte hij. De man was woedend, wat doet dat water hier leek hij te denken en weigerde in eerste instantie achteruit te rijden. Toen de pont er aan kwam en de klep de veerstoep op dreigde schuiven zette hij met tegenzin de auto in de achteruit.

Jammer is het ook dat we nooit meer verdwalen of aan mensen de weg hoeven te vragen. Iemand de weg wijzen is eindeloos moeilijk. Was het nou de eerste of de tweede weg links. Ik heb vaak achteraf lopen tobben dat ik mensen per ongeluk met alle goede bedoelingen, de verkeerde kant op heb gestuurd. Als ze weer met goede moed op pad waren, bedacht ik me dat het toch de andere kant op was.

Als de bovengenoemde aannames voorspellend zijn. En als het echt zo is dat een eigenschap of gave slechter wordt als je het niet gebruikt dan zie ik het somber in voor de intelligentie van mensen.

We hebben nu immers kunstmatige intelligentie. Zelf nadenken waarom zouden we, dat kan onze computer veel beter. Stevenen we met zijn allen af op kunstmatige niet aangeboren domheid?

 

De tunnel

 

“Heb ik je het verhaal van de tunnel al eens verteld?” “Tunnel?” verbaasd kijk ik mijn vader aan. Ja de tunnel die liep van ons oude huis naar het huis aan de dijk.

Mijn vader is sinds kort verhuisd naar een appartement met zorg op maat. Hij heeft het geweldig naar zijn zin en begint steeds meer te vertellen over vroeger.

“Ga zitten meisje dan zet ik thee en zal ik je het verhaal vertellen. Het is een lang verhaal hoor, heb je tijd? “

Ik plof neer op de fijne zachte bank met uitzicht op het mooie park en verheug me op wat komen gaat. Heerlijk niets hoeven en mijn vader die me net als vroeger een verhaal verteld. Mijn vader komt terug met een pot thee die ik lekker vind, gaat tegenover me zitten schenkt 2 koppen thee in en begint te vertellen.

“In de oorlog was ik verliefd op Elly. Heel erg verliefd. Elly was een heel mooi meisje met prachtig dik rood haar. We waren stapelgek op elkaar. Ze was mijn eerste vriendinnetje. Elly woonde in Indoornik. Er was maar een probleem. Elly was katholiek. Mijn ouders, jouw opa en oma dus maakten zich er niet zo druk om. We waren jong er kan nog zoveel gebeuren. De vader van Elly was een nare man die er niet voor terug deinsde om grof geweld te gebruiken tegen zijn kinderen. Toen hij hoorde dat Elly en ik met elkaar omgingen is hij heel kwaad geworden en heeft tegen Elly geschreeuwd dat iemand die geen kruuske slaot aan taofel er niet inkomt. Als ze niet direct het contact met mij zou verbreken zou hij er wel voor zorgen dat ze me niet meer zag door haar beide benen te breken. Elly was doodsbang van die man. We waren echt gek op elkaar en probeerden mogelijkheden te vinden elkaar toch te zien. Toen schoot de tunnel me te binnen. We waren van jongs af aan gewaarschuwd dat we nooit de tunnel in mochten gaan, vanwege instortingsgevaar. Dat was levensgevaarlijk.  Maar goed dat was de vader van Elly ook. De tunnel liep van ons huis, je weet wel waar ons huis stond toch? In de achterstaat op de plek waar na de oorlog dat tuindershuisje is gebouwd. Daar stond onze boerderij. Van die boerderij liep een ondergrondse tunnel naar het huis aan de dijk, waar Tinus en Didi nu wonen. In die tijd woonde daar een vriend van mij met zijn vader, moeder zus en broer. Na inspectie bleek die tunnel helemaal niet ingestort en zagen we dat als oplossing voor onze geheime ontmoetingen. Mijn vriend zat in het complot en smokkelde Elly naar binnen en ik kwam van de ander kant vanuit mijn eigen huis. Dat ging een hele tijd goed. We hadden een deken meegenomen en kaarsjes. Ik nam elke keer lucifers mee, want het was wel vochtig. Heerlijk uurtjes hadden we daar. Tot we een keer dichtbij elkaar zoals altijd, zachtjes zaten te praten. We hoorden iemand aankomen van de kant van de dijk. Nee er kwam iemand van de kant van mijn huis. Op een gegeven moment hoorden we dat er van beide kanten iemand aankwam. Ik hoorde mijn vader roepen: Henk, Henk direct komen. Mijn vader was er als eerste en stuurde ons direct de tunnel uit. We moeten snel weg, de evacuatie is begonnen. Elly en ik rennen zo snel we kunnen de tunnel uit. Ik zag al snel dat mijn vader niet achter ons aankwam. Elly rent zo snel mogelijk naar Indoornik. Ik zie dat mijn moeder spullen achter op onze fietsen aan het sjorren is. Waar is je vader vraagt ze? Ik weet het niet, lieg ik. Ze loopt naar buiten en roept Gijs, Gijs we moeten weg. Ineens staat mijn vader op de deel. Ik zie dat zijn handen bebloed zijn en zijn ogen staan verwilderd. Snel fietsen we met alles wat we in de gauwigheid hebben kunnen pakken naar Zetten. Vandaar werden we verder gebracht tot we uiteindelijk in België uitkwamen. Waar we opgevangen worden en blijven tot de oorlog is afgelopen. Eerst miste ik Elly vreselijk. Maar na enige tijd leerde ik je moeder kennen. Je moeder heeft alles uit de kast getrokken om me te krijgen. Na de oorlog zijn we al snel verloofd. Trouwen ging natuurlijk niet want er was geen woonruimte. Tot die tijd woonde ik bij mijn ouders. We zijn nooit meer teruggegaan naar Randwijk. Ons huis was totaal vernield door bombardementen en brand en het hele gebied heeft onder water gestaan. We hebben toen woonruimte gevonden in het dijkhuis in de heerlijkheid Loenen. Dat was een fijne tijd. Wat me wel dwarszit dat ik niet weet wie de tunnel in kwam van de ander kant. Met wie heeft mijn vader gevochten en is diegene wel op tijd die tunnel uitgekomen? Als die persoon er nog in lag, misschien bewusteloos toen de hele boel onder water kwam te staan? Mijn vader heeft er nooit meer een woord over willen zeggen. Ik heb Elly en haar familie nooit meer gezien. Ik kan natuurlijk niet zeggen dat ik spijt heb van hoe het gelopen is. Ik heb jou en daar ben ik natuurlijk blij mee. Maar ik ben Elly nooit vergeten. Hoe zou mijn leven verlopen zijn met Elly, dat heb ik me vaak afgevraagd.

Maar pap, waarom heb je dit nooit eerder verteld. Kind, dat kon echt niet toen je moeder nog leefde. Die was zo jaloers. Als er al een andere vrouw naar me keek en je weet dat gebeurde nogal eens, was ze dagen kwaad. De kans dat Elly nog leeft is niet zo groot maar misschien kan ik nog te weten komen wat er gebeurt is. Nu je alles kunt opzoeken op internet.

Ja, nu je moeder dood is en ik dit heb opgebiecht aan jou ga ik zoeken wat ik kan vinden over Elly en haar familie. Ik wil toch wel graag weten wat er toen gebeurt is in de tunnel.


verdwenen thuis

 

mei 1724  Het is afgekoeld na een stevige bui met onweer en veel regen. De bomen en struiken druppelen na en de bodem drinkt dorstig zuigend het water op. Adelheid loopt naar het riviertje dat achter haar tuin en die van haar buren kronkelt door het landschap. Terwijl ze door haar tuin loopt bekijkt ze goedkeurend haar levenswerk. Achter haar tuin is het watertje breder. Dat wordt in het dorp het haventje van boer Janssen genoemd. Er ligt een roeiboot aan een steiger. Bij het haventje breekt het landschap open en ziet ze dat het warme land stoom afblaast na de verkoelende bui. Er hangt een strook mist vlak boven de grond en de al zakkende zon geeft de omgeving een warme gloed. Nog even een stukje roeien en genieten van de kakafonie aan dierengeluiden. Kikkers doen hun best om de vrouwtjes te lokken. Krijgt wie het hardste kan kwaken eigenlijk de mooiste vrouwtjes? Net als bij mensen zeker, denkt Adelheid schamper.  Ze roeit een stukje en laat zich dan drijven. Bevers bouwen een burcht, otters spelen in het water, een kolonie kraanvogels is aan het foerageren. Ze ziet kuifeendjes, dodaars en langs de kant op een tak de ijsvogel loerend op een visje. In de verte het mysterieuze gehoemp van de roerdomp. Hoort ze daar het raspende geluid van een kwartelkoning? Boven haar hoofd cirkelt de visarend die een nest heeft in het bos op de berg. Af en toe springt er een zalm op boven het wateroppervlak. Ze maakt een kommetje van haar hand en drinkt het zuivere water. Zou ze nog even een stukje zwemmen? Er is hier immers niemand. Niemand durft nog buiten te zijn als het bijna donker is. Veel mensen zijn bang voor wolven, witte wieven en voor de dominee natuurlijk. Hoewel sommige inwoners van het dorpje haar gewaarschuwd hebben dat je er als nieuwkomer nooit helemaal bij hoort, weet ze zeker dat ze hier moet zijn. Hier is haar thuis, hier voelt ze zich inheems. Ik ben de rivier en het bos en mijn stukje land met alle bewoners.

Als ze de boot aan de steiger legt is het bijna donker. Ze loopt door de tuin naar haar huisje. In de tuin groeien geneeskrachtige planten. De mensen uit het dorp weten haar te vinden om middeltjes te maken van smeerwortel voor kneuzingen, lindebloesem voor kinderen die niet kunnen slapen, kamillethee voor ontstoken tandvlees. Adelheid gebruikt zelf haar tuin vooral om te eten. En om aan te trekken, geweven wollen weefsels op kleur gebracht door ter plekke groeiend korstmos, meekrap, wede, wouw en galnoot.

Mei 2024 “Nee, reeën mogen niet in de Betuwe komen”. Ik kijk de man aan, geen spoortje ironie. Hij antwoordt op de vraag van een van de deelnemers aan de paddenpoelworkshop over de overlast van reeën. In Homoet heeft de gemeente in drie bij elkaar liggende tuinen een paddenpoel gegraven. Ik kijk om me heen en zie behalve de poel, alleen gemaaid gras, zo kort dat het lijkt op afgekloven nagels. Buiten de tuin ligt een groene woestijn met in de verte de snelweg in een mist van uitlaatgassen. Onder het afdak een grote auto, een motor en een eenpersoonsvliegtuigje. Nee, roofvogels mogen hier ook niet komen, maar ik mag de lucht in als ik daar zin in heb. 

We zijn in oorlog met de natuur,

Als we winnen zijn we verloren    Hubert Reeves

 

 

 

maandag 27 mei 2024

Rivier

Ik ben de rivier. Maar welke? Ik ben geboren aan de Waal, opgegroeid aan de Rijn. Op mijn 18 de vertrokken naar Nijmegen aan de Waal, daarna 6 jaar Beuningen ook aan de Waal. Toen volgden er 22 moeilijke droge jaren in Brabant. Ik realiseerde me niet dat ik die rivieren enorm mistte. Dat realiseerde ik me pas toen de tranen over mijn wangen stroomden in de trein van Eindhoven naar Utrecht, waar mijn dochter toen woonde, bij het passeren van de grote rivieren. Ik wist het ineens zeker, ik wil terug naar het rivierengebied. Ik vind de Rijn ook heerlijk ruiken. De Rijn ruikt anders dan de Waal beweer ik wel eens. Dat kan niet volgens mijn lief, het is hetzelfde water. Hij zal ongetwijfeld gelijk hebben. Ik prijs me nog elke keer gelukkig als ik op de pont sta van Randwijk naar Wageningen of andersom en de rivier aftuur, Het water is weer heel hoog. Dat betekent lekker lang op de pont. De stroming is ook sterk met hoog water en de pont trekt behoorlijk aan de kabels om aan de overkant te komen. Een echtpaar staat ernaar te kijken. De pont kan ook zelfstandig varen, stel ik ze gerust. De vrouw kijkt zorgelijk: ja maar met deze stroming. Ja dan ben je zo in Rotterdam. O nee, daar willen we nooit meer heen: antwoord ze gevat. We lachen. De man houdt zich afzijdig. We komen uit Spijkenisse en wonen nu een half jaar hier, we vinden het hier zo fijn, voegt ze er aan toe. Dat kan ik begrijpen.  





donderdag 23 mei 2024

Kantelpunt

Het tuinseizoen had dit jaar een rustige aanloop. Zoals elk jaar heb ik weer veel voorgezaaid. Tomaten, courgette, komkommers, pepers, rode spitskool, bladkool, spinaziemosterd, zeebiet, pompoen, pepervenkel, koriander, Turkse drakekop, zinnia's, arnica,, allerlei soorten basilicum. Het bleef nogal fris, vooral de nachten. De planten nemen de tijd en groeiden niet erg snel. 

Rechtstreeks in de tuin zaai ik bieten, pastinaak en ik poot aardappelen en ik leg bonen. 

Het duurde even voor ik het doorhad, maar het is een slakkenjaar. Er zijn enorm veel sakken. In het begin vertrek ik met grote tegenzin met een lampje en een grote bak naar buiten om slakken te verzamelen. Ik ben er elke dag wel een uur mee bezig en vang dan ik denk ongeveer 200 slakken. Ze gaan emigreren naar het land van de buurman, de boomkweker. Ze vinden er daar niks aan en komen allemaal weer terug naar mijn heerlijke snoepwinkel. Terwijl ze weer onderweg zijn krijgen mijn planten de kans om te groeien. Slakken leggen 5 meter per uur af.  Het is een soort spelletje geworden. Ondertussen slaat bij mij net als elk voorjaar de wanhoop toe. Ik zie helemaal geen planten meer. Althans geen gekweekte planten. Help, ik heb alleen nog  paardenbloemen, zevenblad, brandnetel, bramen en gewone berenklauw in de tuin. Ook de heermoes rukt weer op, na jarenlange afwezigheid. 

Dat denk ik elk voorjaar. En elk voorjaar komt er een kantelpunt. Dit jaar was het op 8 mei. Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen.  Omdat de wilde planten harder groeien dan de gekweekte duurt het langer voor ze tevoorschijn komen. De slakken invasie is een extra handicap. Je weet namelijk niet of er gewoon niets opkomt of dat de slakken liggen te wachten om je zaailingen te verschalken als hapje vooraf.  

zaterdag 11 mei 2024

Meisje

Paul loopt het tuinpad af, steekt zijn hand op als afscheid en roept: dag meisje! Bij sommige mannen zou ik de kriebels krijgen bij zo'n vaarwel. Niet bij Paul. Paul was te gast in de vrienden op de fiets kamer, die ook voor wandelaars beschikbaar is. Hij komt tegen een uur of zes aanlopen na een dagtocht van 34 km. We eten samen en gelukkig is Paul net als ik dol op gezelschap maar ook graag alleen. Na de koffie verdwijnt hij naar boven. De ideale gast. 

De avond ervoor was er een bijeenkomst van de Randschrijvers, onze Randwijkse schrijfclub. We zijn al een tijdje spannende verhalen aan het schrijven. Ik had een verhaal geschreven over de belevenissen van mijn vader in de oorlog. Volledig verzonnen. Ik had mijn vader ook de verteller gemaakt. Dat is ook verzonnen want mijn vader vertelde nooit iets. Wat het voor mij bijzonder maakt is dat ik in het verhaal mijn vader eigenschappen toedicht die ik graag in het echt ook had willen meemaken. Een van de dingen die mijn vader tegen mij zegt in het verzonnen verhaal is: Kom meisje ga eens lekker zitten dan zal ik je het verhaal vertellen. Ik merkte tijdens het schrijven hoe fijn ik het vond dat mijn vader meisje tegen me zegt. Ik heb een vader beschreven die ik graag had willen hebben. Dat noem ik troostschrijven. 

Ik merkte dat het me een fijn gevoel gaf, mijn vader te herschrijven, Gewoon een heel andere vader verzinnen en beschrijven. Toen Paul mij meisje noemde moest ik denken aan mijn vader. Mijn verzonnen vader, die me liefdevol meisje noemt. Mijn dag was goed begonnen. 



donderdag 25 april 2024

Een natuurlijke tuin

Ik ga een lezing geven over het aanleggen van een natuurlijke (eetbare) tuin. Ooit was de hele wereld een natuurlijke hoofdzakelijk eetbare tuin. We zijn zover verwijderd van onze natuur dat we niet meer weten wat er eigenlijk vanzelf groeit en wat we er mee kunnen. We moeten leren wat we moeten doen om een natuurlijke (eetbare) achtertuin aan te leggen. Ik vind lezingen geven heel fijn, maar het is verdrietig dat we lijden aan ernstige natuurblindheid. 

Ik was in Nijmegen op de universiteit bij een lezing van Glenn Albrecht, een Australische filosoof. Hij sprak over het einde van het antropoceen en het begin van ons leven in het symbioceen. Hoe we dat gaan doen hoop ik te lezen in zijn boek "Aarde emoties" een nieuwe taal voor een nieuwe wereld. Een tijdperk waarin we opnieuw symbiotisch samenleven met de natuur. In symbiose leven op mijn stukje Randwijk, dat onderzoek ik al een aantal jaren. Met vallen en opstaan. Dit voorjaar doorkruisen de vele slakken mijn plannen met de moestuin. Als ik geen moestuin zou willen en alleen planten eet die vanzelf opkomen heb ik geen slakkenprobleem. Ik schep een slakkenprobleem omdat ik van alles ga zaaien wat ik graag in mijn tuin wil hebben. Je zou een rangorde kunnen maken van planten waar slakken de voorkeur aan geven. Ze eten bijvoorbeeld nooit zevenblad. Tomaten zijn ze ook niet gek op. Smeerwortel vinden ze wel lekker, vooral de bodembekkende. Engelwortel doen ze een moord voor. Of beter gezegd daar geven ze hun leven voor.  ( Ik vang ze maar maak ze nooit dood) Ik moet heel creatief zijn om Echinacea en spilanthes planten over te houden in de tuin. Het grappige is, beide planten bevatten alkamiden. Alkamiden zijn geneeskrachtige stoffen, vooral goed voor het verbeteren van je immuunsysteem. Alkamiden hebben een tijdelijke licht verdovende werking. Zouden slakken dat merken en er daarom zo verzot op zijn? Even lekker van de wereld en niet bezig zijn met de gevaren waaraan je als slak blootgesteld bent. Snel weg rennen kun je ook niet. Ook de Arnica hebben ze geprobeerd volledig af te grazen. Ik had het eerst niet door, dacht dat de plant verdwenen was. Het immuunsysteem van de slakken in mijn achtertuin zal wel uitstekend zijn evenals de doorbloeding door de Arnica.

Een natuurlijke tuin is helemaal niet zo moeilijk. Het wordt ingewikkeld als je een plan hebt en planten wil die niet vanzelf in de tuin groeien.  



woensdag 24 april 2024

Droomgedicht

Kwam het door het slordig neergegooide T-shirt over de wekker? Ik stoorde me aan het felle licht van de wekker. Het lampje in de wekker kan zwakker. Ik weet niet meer hoe, ben bang dat ik de tijd in de war pruts en gooi mijn T-shirt erover, donker. Ik word wakker en kijk onder het T-shirt. Wat half negen? Meer dan 8 uur geslapen, dat overkomt me nooit. 

Ik heb vannacht gedroomd, is mijn eerste gedachte. Ik heb een gedicht gedroomd. Ik heb een gedicht gedroomd zeg ik hardop. De eerste regels weet ik nog en die zeg ik hardop. Geen reactie. Ik herhaal de regels zachtjes voor mezelf, om niet te vergeten. 

Uit bed en snel in mijn schriftje schrijven.

"Er groeit een bloem in de tuin. Zo mooi dat ik er wel even naast wil gaan liggen". De rest weet ik niet meer. De hele dag probeer ik te bedenken over welke bloem het gaat. Ik loop een rondje in de tuin. Er valt me niets in. Tot ik op de fiets stap om naar Elst te fietsen. Halverwege schiet het me te binnen. Ik moet er om lachen, ik ben het zelf. Ik ben de bloem.

Je kunt toch niet naast jezelf gaan liggen zegt mijn lief. In een droomgedicht kan dat wel. 



 

maandag 22 april 2024

Van wie binde gij er een?

 "Van wie binde gij er een" , de vrouw achter de toonbank kijkt me indringend aan. Van van Lingen antwoord ik timide. Van Ingen? Nee van LLLLingen. Het verkeerde antwoord dat zie ik wel aan haar gezicht. Die familie kent ze niet. We wonen toch al minstens 10 jaar in Driel. Ik deed als klein meisje graag boodschappen voor mijn moeder. De vraag van wie ik er een was heb ik vaak gehoord. We behoorden niet tot een bekende familie in Driel en we waren ook nog protestant. Dat voelde ontheemd, ik hoorde daar blijkbaar niet. 

Toen ik 18 was ben ik op kamers gaan wonen in Nijmegen. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit heb gedacht dat ik daar niet thuis hoorde. Ook in Beuningen waar ik 6 jaar met mijn gezin gewoond heb voelde ik me helemaal op mijn plek. Ik had leuke buurvrouwen en een gezellige straat. De kinderen zaten op een fijne school en er kwamen veel vriendjes en vriendinnen spelen. 

De volgende stap was Brabant. Dat heb ik totaal verkeerd ingeschat. Eitje dacht ik. Je gaat ergens wonen en je bent thuis. Ik heb 22 jaar in Brabant gewoond. In de loop der jaren voelde ik me steeds minder thuis in plaats van dat ik meer inburgerde. Ook na 22 jaar draaien mensen zich massaal om als ik bij de bakker mijn mond open deed en staarden me aan, Van wie binde gij er een? De eerste jaren in Mierlo liep het nog best aardig. Ik ging hockeyen. Dat had ik nooit gedaan. maar ik vind sporten leuk. Het team was leuk en ik genoot van het spelletje, gezellig borrelen na de wedstrijd en tikje aangeschoten naar huis. Af en toe een weekend weg met een aantal vrouwen en de hele nacht pictionary spelen. Pas toen het team stopte begreep ik dat alles ophield. Het spel hield ons bij elkaar, daarna was er niks meer. De volgende stap voor veel hockeydames was golfen. Toen ben ik definitief uit die vissenkom gesprongen. Er is in Brabant geen andere kom op mijn pad gekomen. Ik heb de jaren besteedt aan mijn tuin, werk, herboristenopleiding en hond.  

Pas toen de kinderen gingen studeren en op kamers gingen wonen ging ik serieus nadenken. Hoe kom ik hier weg? Door het lezen van de creatiespiraal van Marinus Knoope leerde ik heel precies mijn wensen te formuleren en ook dat er stappen nodig zijn om te komen tot het uitkomen van een wens. En dat je deze stappen heel precies moet formuleren. Een ding wist ik zeker:  nooit meer zandgrond.

Toen mijn dochter in Utrecht woonde en ik op bezoek ging met de trein, kwam ik over de grote rivieren, Dat emotioneerde me. Ik ben geboren aan de Waal, opgegroeid aan de Rijn en heb daarna weer jaren aan de Waal gewoond in Nijmegen en Beuningen. Ik geloof niet in teruggaan. Ik geloof in opnieuw beginnen, maar wel in de buurt van de grote rivieren op de klei. 

Ik heb een tuin en wortel inmiddels verticaal. Net als mijn bomen en planten. 



 

maandag 1 april 2024

solastalgie

Vandaag heb ik voor het eerst bekend dat ik aan solastalgie lijd. Ik sta voor een groep van 12 mensen die komen voor een wildplukwandeling in park Lingezegen. Met grote ogen kijken ze me aan. Wat heb je? Sinds deze week weet ik dat het een naam heeft, solastalgie. Het is net als met salutogenese. Ik was er al een tijdje (paar jaar) mee bezig voor ik er achter kwam dat het een naam heeft. Troostend, het heeft een naam, ik ben blijkbaar toch niet de enige. Als het een naam heeft, lijden er meer mensen aan. 

In 2003 al muntte Glenn Albrecht solastalgie: "Een woord voor het verdrietige gevoel van mensen in een landschap dat om hen heen verandert door factoren waarop ze geen greep hebben.", In de meeste gevallen komt dat neer op minder groen, meer steen, minder rust, meer herrie, minder bomen, meer asfalt. In mijn omgeving vooral veel bamboestokken met miniboompjes in plaats van hoogstamfruit. 

Het gevoel overviel mij in de zomer van 2021. Ik was op mijn jaarlijkse fietskampeerweek met mezelf en had deze keer gekozen voor Brabant. In de weken daarvoor had ik geluisterd naar een podcast over voedselbossen en ik was en ben helemaal vol van de reikwijdte van de intelligentie van de natuur. In mijn tuin was ik me wel bewust van processen die plaats vinden als ik niet of weinig ingrijp. Kringlopen die ontstaan, onkruiden die hun werk komen doen, de bodem die aan het herstellen is door het bodemleven. Ik had er alleen nog geen naam voor. Intelligentie van de natuur. Dat geeft de grootsheid goed aan van alles wat er om me heen gebeurt met en door niet menselijk leven. En de nietigheid en onbelangrijkheid van mij. Mijn enige rol is dienend.

Tijdens het fietsen in Brabant overvalt me regelmatig een verdrietig gevoel. Ik zie zoveel geweld. Niet alleen bij varkensboeren en tuinderijen. De meeste  pijn voel ik van particuliere tuinen. Particuliere tuinen met gemillimeterd gras, in de hoeken een hortensia en een hek om de tuin. Veel steen en grind. Particulieren raakt me meer omdat hun inkomen er niet van afhangt en ze dus geen excuus hebben om het niet natuurlijker aan te pakken. 

Dat er niet veel mensen zijn die dit gevoel met mij delen heb ik al snel na de fietsweek gemerkt. Voor de eerste schrijfbijeenkomst is de opdracht een vakantieverhaal te schrijven. Ik schrijf over mijn fietstocht en over de pijn die ik voelde om het afknijpen van de intelligentie van de natuur. Ik lees mijn verhaal voor. Tijdens het lezen voel ik het al, het komt niet over. Ik krijg het warm en wil stoppen met voorlezen. Na het verhaal kijken grote vragende ogen mij aan. Ja maar Nederland is toch prachtig. Er komen tips om het verhaal aan te passen. Ik knik braaf en zeg dat ik het verhaal nog eens ga bekijken. Thuis lees ik het verhaal nog een keer na. Ik ga er helemaal niets aan veranderen. Ik kan het niet mooier maken. Ik lijd aan solastalgie. 



Dit is een chromatografie van de bodem in mijn tuin gemaakt door Martijn van den Huijssen. Volgens Martijn is te zien dat er voldoende organische stof in de bodem is. maar er is nog te weinig bodemleven om alles af te breken en te goede te laten komen aan de planten. 


zondag 25 februari 2024

Primeur?

Ik luister graag naar Umberto op de radio, vrijdagmiddag van 14.00 tot 16.00 uur. De vooraankondiging is veelbelovend. Een item over een bijzondere ontdekking van een wetenschapper van een kruid uit de tijd van de Romeinen, Het is een wereldprimeur. Maakten de Romeinen gebruik van een hallucinerend kruid? Ja,  de Romeinen maakten al gebruik van kruiden met een hallucinerende werking. Dat weten we dankzij archeoloog Martijn van Haasteren en collega's. Zij ontdekten een hol schapenbotje, afgesloten met een dopje gevuld met bilzekruid. Daarmee is bewezen dat de Romeinen dit kruid doelbewust gebruikten. Ik luister met stijgende verbazing. Is er helemaal geen communicatie tussen wetenschappers?  Moet nu echt iedereen zelf zijn of haar eigen wiel uitvinden.? Ik ben geen wetenschapper maar ik wist dit al. Hoe wist ik dit?  Ik blader razendsnel door de catalogus in mijn hoofd en zie al snel de kaft voor me van het boek waarin ik dit gelezen heb, Ik weet de titel niet meer. Ik ga zoeken in mijn boekenkast en hoop dat ik boekje niet heb weggedaan bij de verhuizing, ruim 8 jaar geleden. Als snel vind ik het boekje. De titel is "Ondergang in bedwelming", de ondertitel ; Drugs en giften in het West-Romeinse Rijk. Het is geschreven door dr,Fons Rutten, apotheker en farmaciehistoricus. Hij studeerde farmacie, biochemie, Romeins recht en muziekgeschiedenis. Het boek is gepubliceerd in 1997 en beschrijft een minder bekende oorzaak van de val van het West Romeinse Rijk, namelijk door het gebruik van drugs. 

Martijn van Haasteren durft geen uitspraken te doen over het gebruik van het bilzekruid door de Romeinen. Fons Rutte doet dat wel. Hij is ervan overtuigd dat de Romeinen het kruid gebruikten als een van de ecodrugs. Hyoscyamus niger L. - bilzekruid behoort tot de nachtschadefamilie, waartoe ook Atropa belladonna L.- wolfskers en Datura stramonium L.- doornappel behoren, Deze kruiden werden allemaal gebruikt.

Dodonaeus (kruidendeskundige uit 1500) laat er geen twijfel over bestaan wat de gebruikers van deze gewassen te wachten staat; "het verstand wordt benomen alsof ze razende waren. Sommighe worden daer door quellyck ende krakeelachtigh, andere bly ende verheugt . Deze groene deliria bevatten giftige belladonna en tropaanalkaloïdenm, waarvan de belangrijkste zijn atropine, scopolamine en  hyoscamine.

De werking van de tropaanalkaloïden uit zich in prikkeling van het centrale zenuwstelsel, vrolijkheid, dorst, verhoogde polsslag en pupilverwijding. Romeinse priesters dronken een infuus van bilzekruid om in contact te komen met hun oorlogsgodin Bellona. Ook bij voorspellende orgiën en rituele moorden speelde bilzekruid een rol. De hallucinerende kruiden werden gerookt  en toegevoegd aan wijn. Het is dus wel bekend wat de Romeinen deden met bilzekruid en hoe en wanneer ze het gebruikten. Het is me wel een raadsel hoe ze het wisten te doseren zonder er dood aan te gaan. 


vrijdag 2 februari 2024

fietsen

Ben je op de fiets???? vraagt de mevrouw die de deur voor mij opent van een ruimte waar ik voor Velt een moestuincursus organiseer. Het gaat 8 graden vriezen en ik moet ongeveer 12 km fietsen heen en om 22.30 weer 12 km terug naar Randwijk. 

Met die kou; voegt ze er nog aan toe. Ik ben zeker niet van de afdeling vroeger was alles beter, integendeel. Ik vind deze tijd op een heleboel punten. een heerlijke tijd. Maar er is wel een fenomeen dat ik mis. Iets dat alleen maar schaarser zal worden. En dat zijn de winters van vroeger.  Dus ik zeg tegen de aardige mevrouw. Kou?  Nee dan vroeger, toen was het pas koud. Haar man valt me bij en haalt de winter van 1963 aan. Toen is het drie maanden niet boven nul graden geweest, hoor ik van mijn lief. De Rijn en de Waal waren dicht gevroren. De juffrouw die in Arnhem woonde kwam lopend over de Rijn naar school in Driel. Ik herinner me niet de kou, wel dat ik mijn eerste schaatswedestrijd won op de kolk van Driel. Ik was zeven jaar en schaatste tegen grote meiden van negen jaar. Ik vond het helemaal niet goed gaan, maar ik was wel de snelste. 

Ik hou van de winter, van buiten zijn op gure dagen. Van vechten op de fiets tegen de wind in. Binnenkomen na een wandeling of fietstocht in de kou of regen. Ik hou van donker en zelfs van wekenlange novemberregens, die ervoor zorgen dat ik de buitenruimte voor mezelf heb. Ook hou ik van de blik van verstandhouding met de schaarse mens die je tegenkomt als het slecht weer is. Ik hou van weer voor de echte buitenmens.

Heel vaak vragen mensen mij: Ben je op de fieieiets? Aan de toon kan ik horen wat ze er van vinden. Soms klinkt er verwondering, ook wel eens bewondering, maar meestal vinden ze het raar. Zeker als ik 's avonds nog ruim 20 km door een donkere Betuwe moet fietsen. Ze zullen ook nooit begrijpen dat ik daar erg van geniet. Eindelijk stil en de weg voor mij alleen. Ik ga eens wat vaker vragen: Ben je met de autoooo? Vroeger, toen het nog echt koud was, vroeg nooit iemand: Ben je op de fiets? Fietsen was de norm. Oh heerlijke oude tijd, bijna zonder auto's.

In de krant lees ik over een onderzoek naar de invloed van de inrichting van de openbare ruimte op (over)gewicht. De onderzoeker noemt het begrip drivability, In veel gebieden worden volgens hem de mensen de auto in gedwongen omdat de winkel te ver weg is. Wat te ver weg is om te fietsen of te lopen is een rekbaar begrip. Ik vind sowieso alles tot 20 km fietsafstand met een niet elektrische fiets. Maar ik ken ook mensen die voor 300 m de auto nemen. Omdat op dit moment de Lingebrug voor auto's is afgesloten  moeten Randwijkers die in Zetten boodschappen willen doen een flink eind omrijden. Voor fietsers is er een noodbrug. Toch zie ik weinig mensen fietsen van Randwijk naar Zetten (3 km). Ik kom van de tandarts (Oosterhout) en fiets langs een basisschool in Herveld, het is bijna half drie de school gaat uit. Het is een heel klein dorpje maar het staat helemaal vol met auto's en daarom zijn er klaar overs nodig. Heel verdrietig dat ouders niet de moeite nemen om met hun kinderen te fietsen, het gevolg is dat de kinderen die nog wel fietsen onnodig bloot gesteld worden aan gevaar. Ik geloof niet zo in de drivability. De meeste mensen zijn gewoon lui. 

Ik ben niet optimistisch over het fiets gebruik van de Nederlanders. Zeker niet op het platteland. Er worden steeds meer fietsen verkocht maar de meeste mensen zijn mooi weer-rondje fietsen mensen. 

Zo worden die koude winters steeds schaarser. 

maandag 15 januari 2024

TE VROEG?

 Was ik te vroeg met het organiseren van de lezing van Martijn. In de lezingenreeks met als titel "Verwondering", had ik Martijn van den Huijssen van de Groene Vallei gevraagd om  te komen vertellen over en laten zien wat de zichtbare verschillen zijn tussen bijvoorbeeld een tomaat uit de supermarkt en een biodynamisch geteelde tomaat. Martijn onderzoekt door middel van chromatografie en stijgbeelden plantensappen en grondmonsters. Hij neemt plantensappen van biologisch, biologisch dynamische en gangbare producten en toont verschillen aan. Die verschillen zijn zeer zichtbaar en kun je uitleggen in de vorm van veerkracht. Je kunt er ook naar kijken en niet direct een oordeel hebben over de betekenis. Van de ruim dertig aanwezigen bij de lezing zijn er drie weggelopen. Ik let altijd op de aanwezigen. Het grootste gedeelte van de mensen zat met shiny eyes te kijken. Dan weet je dat ze geraakt zijn. In mijn shiny ogen was de lezing zeer geslaagd. Bij de nabespreking met de mensen, waarmee Velt een samenwerking is aangegaan, krijg ik te horen dat ze het niets vonden. Omdat ze ook voor ons mede de publiciteit verzorgen moeten ze er wel achterstaan wat er wordt verteld. Ik sputter tegen en begin uit te leggen. Maar de wetenschap wordt erbij gehaald. Ik probeer nog dat fenomenen in de natuur niet wetenschappelijk aan te tonen zijn. Ik voel dat er iets niet klopt in het gesprek. Ik voel dat ik iets ervaar in de natuur wat zij niet ervaren. Maar ik kan er geen woorden voor vinden en hou mijn mond. Ik buig het hoofd. In de krant van zaterdag 13 januari, vind ik de woorden, 

In het artikel "Blootsvoets in het bos voel ik me oermens, beschrijft Merel Deelder haar zoektocht naar verbinding met de natuur.  Om antwoorden te vinden verdiept ze zich in het werk van Matthijs Schouten, ecoloog en filosof. "Matthijs Schouten noemt het natuurschaamte waar we aan leiden. We moeten de dominerende rationele blik waarmee we de wereld aanschouwen loslaten, Die benadering volstaat niet om te omschrijven wat je voelt in de natuur. Matthijs noemt het een verliefdheid, voelen, ervaren, een relatie en betekenisvol verbonden zijn met de natuur. Volgens Schouten schamen we ons voor dat tweede domein, "De natuur ingaan en je daardoor laten raken, je misschien zelfs verliefd voelen, dat noemen we "subjectief", Dat is iets voor in het weekend en mag vooral niet verweven raken met serieuze zaken als ons werk"; aldus Matthijs. 

Dat had ik moeten zeggen tijdens de evaluatie en ik wist dit allemaal wel, maar kon er op dat moment geen woorden voor vinden. Hoe leg je dat gevoel uit? Door een schrijfopdracht ben ik mijn tuin en in de natuur zijn heel anders gaan ervaren. De opdracht was: beschrijf je favoriete plek in Randwijk met je zintuigen, ruiken, voelen, kijken, horen. (zie blog September, 6 oktober 2022) Mijn favoriete plek in Randwijk is mijn tuin. In het verhaal September beschrijf ik mijn tuin. Ik beschrijf wat ik ervaar in mijn tuin. Het helpt dat september mijn favoriete maand is. Ik heb moeten leren om bewust zonder tuingereedschap met de handen op de rug langzaam een ronde in de tuin te lopen. Sinds die opdracht is mijn gevoel bij de tuin veranderd. Voor de opdracht liep ik vooral in de tuin klusjes op te tellen en na te denken of dat zou gaan lukken in een dag. Nu is er een gevoel van lichtheid, blijheid en ontspanning als ik in de tuin loop. Ja, je zou het verliefdheid kunnen noemen. 

De lezing/workshop van Martijn heeft dat gevoel versterkt. Niet uitleggen, geen wetenschappelijk bewijs. De natuur is een groot wonder en wij mogen dat elke dag ervaren.