Kwam het door het slordig neergegooide T-shirt over de wekker? Ik stoorde me aan het felle licht van de wekker. Het lampje in de wekker kan zwakker. Ik weet niet meer hoe, ben bang dat ik de tijd in de war pruts en gooi mijn T-shirt erover, donker. Ik word wakker en kijk onder het T-shirt. Wat half negen? Meer dan 8 uur geslapen, dat overkomt me nooit.
Ik heb vannacht gedroomd, is mijn eerste gedachte. Ik heb een gedicht gedroomd. Ik heb een gedicht gedroomd zeg ik hardop. De eerste regels weet ik nog en die zeg ik hardop. Geen reactie. Ik herhaal de regels zachtjes voor mezelf, om niet te vergeten.
Uit bed en snel in mijn schriftje schrijven.
"Er groeit een bloem in de tuin. Zo mooi dat ik er wel even naast wil gaan liggen". De rest weet ik niet meer. De hele dag probeer ik te bedenken over welke bloem het gaat. Ik loop een rondje in de tuin. Er valt me niets in. Tot ik op de fiets stap om naar Elst te fietsen. Halverwege schiet het me te binnen. Ik moet er om lachen, ik ben het zelf. Ik ben de bloem.
Je kunt toch niet naast jezelf gaan liggen zegt mijn lief. In een droomgedicht kan dat wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten