“Heb ik je het verhaal van de tunnel al eens verteld?”
“Tunnel?” verbaasd kijk ik mijn vader aan. Ja de tunnel die liep van ons oude
huis naar het huis aan de dijk.
Mijn vader is sinds kort verhuisd naar een appartement met
zorg op maat. Hij heeft het geweldig naar zijn zin en begint steeds meer te
vertellen over vroeger.
“Ga zitten meisje dan zet ik thee en zal ik je het verhaal vertellen.
Het is een lang verhaal hoor, heb je tijd? “
Ik plof neer op de fijne zachte bank met uitzicht op het
mooie park en verheug me op wat komen gaat. Heerlijk niets hoeven en mijn vader
die me net als vroeger een verhaal verteld. Mijn vader komt terug met een pot thee
die ik lekker vind, gaat tegenover me zitten schenkt 2 koppen thee in en begint
te vertellen.
“In de oorlog was ik verliefd op Elly. Heel erg verliefd.
Elly was een heel mooi meisje met prachtig dik rood haar. We waren stapelgek op
elkaar. Ze was mijn eerste vriendinnetje. Elly woonde in Indoornik. Er was maar
een probleem. Elly was katholiek. Mijn ouders, jouw opa en oma dus maakten zich
er niet zo druk om. We waren jong er kan nog zoveel gebeuren. De vader van Elly
was een nare man die er niet voor terug deinsde om grof geweld te gebruiken
tegen zijn kinderen. Toen hij hoorde dat Elly en ik met elkaar omgingen is hij
heel kwaad geworden en heeft tegen Elly geschreeuwd dat iemand die geen kruuske
slaot aan taofel er niet inkomt. Als ze niet direct het contact met mij zou
verbreken zou hij er wel voor zorgen dat ze me niet meer zag door haar beide benen
te breken. Elly was doodsbang van die man. We waren echt gek op elkaar en
probeerden mogelijkheden te vinden elkaar toch te zien. Toen schoot de tunnel
me te binnen. We waren van jongs af aan gewaarschuwd dat we nooit de tunnel in
mochten gaan, vanwege instortingsgevaar. Dat was levensgevaarlijk. Maar goed dat was de vader van Elly ook. De
tunnel liep van ons huis, je weet wel waar ons huis stond toch? In de
achterstaat op de plek waar na de oorlog dat tuindershuisje is gebouwd. Daar
stond onze boerderij. Van die boerderij liep een ondergrondse tunnel naar het
huis aan de dijk, waar Tinus en Didi nu wonen. In die tijd woonde daar een
vriend van mij met zijn vader, moeder zus en broer. Na inspectie bleek die
tunnel helemaal niet ingestort en zagen we dat als oplossing voor onze geheime
ontmoetingen. Mijn vriend zat in het complot en smokkelde Elly naar binnen en
ik kwam van de ander kant vanuit mijn eigen huis. Dat ging een hele tijd goed.
We hadden een deken meegenomen en kaarsjes. Ik nam elke keer lucifers mee, want
het was wel vochtig. Heerlijk uurtjes hadden we daar. Tot we een keer dichtbij
elkaar zoals altijd, zachtjes zaten te praten. We hoorden iemand aankomen van
de kant van de dijk. Nee er kwam iemand van de kant van mijn huis. Op een
gegeven moment hoorden we dat er van beide kanten iemand aankwam. Ik hoorde
mijn vader roepen: Henk, Henk direct komen. Mijn vader was er als eerste en
stuurde ons direct de tunnel uit. We moeten snel weg, de evacuatie is begonnen.
Elly en ik rennen zo snel we kunnen de tunnel uit. Ik zag al snel dat mijn
vader niet achter ons aankwam. Elly rent zo snel mogelijk naar Indoornik. Ik
zie dat mijn moeder spullen achter op onze fietsen aan het sjorren is. Waar is
je vader vraagt ze? Ik weet het niet, lieg ik. Ze loopt naar buiten en roept
Gijs, Gijs we moeten weg. Ineens staat mijn vader op de deel. Ik zie dat zijn
handen bebloed zijn en zijn ogen staan verwilderd. Snel fietsen we met alles
wat we in de gauwigheid hebben kunnen pakken naar Zetten. Vandaar werden we
verder gebracht tot we uiteindelijk in België uitkwamen. Waar we opgevangen
worden en blijven tot de oorlog is afgelopen. Eerst miste ik Elly vreselijk.
Maar na enige tijd leerde ik je moeder kennen. Je moeder heeft alles uit de
kast getrokken om me te krijgen. Na de oorlog zijn we al snel verloofd. Trouwen
ging natuurlijk niet want er was geen woonruimte. Tot die tijd woonde ik bij
mijn ouders. We zijn nooit meer teruggegaan naar Randwijk. Ons huis was totaal
vernield door bombardementen en brand en het hele gebied heeft onder water
gestaan. We hebben toen woonruimte gevonden in het dijkhuis in de heerlijkheid
Loenen. Dat was een fijne tijd. Wat me wel dwarszit dat ik niet weet wie de
tunnel in kwam van de ander kant. Met wie heeft mijn vader gevochten en is diegene
wel op tijd die tunnel uitgekomen? Als die persoon er nog in lag, misschien
bewusteloos toen de hele boel onder water kwam te staan? Mijn vader heeft er
nooit meer een woord over willen zeggen. Ik heb Elly en haar familie nooit meer
gezien. Ik kan natuurlijk niet zeggen dat ik spijt heb van hoe het gelopen is. Ik
heb jou en daar ben ik natuurlijk blij mee. Maar ik ben Elly nooit vergeten.
Hoe zou mijn leven verlopen zijn met Elly, dat heb ik me vaak afgevraagd.
Maar pap, waarom heb je dit nooit eerder verteld. Kind, dat
kon echt niet toen je moeder nog leefde. Die was zo jaloers. Als er al een
andere vrouw naar me keek en je weet dat gebeurde nogal eens, was ze dagen
kwaad. De kans dat Elly nog leeft is niet zo groot maar misschien kan ik nog te
weten komen wat er gebeurt is. Nu je alles kunt opzoeken op internet.
Ja, nu je moeder dood is en ik dit heb opgebiecht aan jou ga
ik zoeken wat ik kan vinden over Elly en haar familie. Ik wil toch wel graag
weten wat er toen gebeurt is in de tunnel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten