woensdag 5 maart 2025

guerillagardning?

"Ik ga guerillagardning toepassen op de dijkhelling achter mijn tuin" vertel ik aan de mensen die naar mijn lezing zijn komen luisteren. Maar het kan ook in de berm of op een braakliggend stukje groen dat wat kleur kan gebruiken. Ik herinner me de bermen van vorig jaar als behoorlijk bloemrijk op de meeste plaatsen. Op de dijkhellingen is het echter een treurige bedoening. Er staat smalle weegbree, een paardenbloem en een verdwaalde pinksterbloem. Dat kan beter. 

Het streekeigen zaadmengsel moet in het najaar of het vroege voorjaar gezaaid worden. Ik heb een aantal bakjes voorgezaaid en buiten laten staan vanwege de koude periode die sommige zaden nodig hebben om te kunnen ontkiemen. Om de dijkhelling op te fleuren heb ik streekzaden in klei gekneed. Deze zadenbollen ga ik in de dijkhelling stoppen. Met mijn hori hori maak ik een gaatje en daar stop ik het kleibolletje in. Of ik duw het bolletje in een molshoop. Tevreden loop ik terug naar huis. Tijdens het lopen schiet het verhaal van de Zweedse bioloog me te binnen. Dat heb ik al eens in een blog beschreven. De bioloog woont op een eiland in de buurt van Stockholm. Er zijn in Zweden ook veel onbewoonde eilanden. Het was hem opgevallen dat er op de bewoonde eilanden meer vlinders en insecten voorkomen dan op de onbewoonde eilanden. Wij kunnen best iets goeds toevoegen ondanks onze doorgaans destructieve manier van leven. Tegelijkertijd zit het verhaal van Marta in mijn hoofd. Martha komt voor in een documentaire van Paolo Cognetti, auteur van de 8 bergen, over zijn bergstreek. Martha baat een refuge op 2625 meter hoogte uit. Paolo vraagt aan Martha of zij zich behalve beheerder van de refuge ook de hoeder van de berg voelt. "Nee, de natuur heeft helemaal geen behoefte aan een hoeder. Als de natuur er genoeg van heeft laat ze ons wel verdwijnen": zegt Martha. Ik denk dat Martha gelijk heeft. Tot die tijd voel ik mij de hoeder van de dijkhelling achter mijn tuin. 

Ik zie het meer als mee helpen herstellen van alles wat we de afgelopen 50 jaar vernield hebben. 



woensdag 26 februari 2025

verhalen

Ik worstel met het onthouden van de tekst die bij de powerpoint presentatie hoort. Donderdag 27 februari ga ik voor Randwijk zoemmt in het dorpshuis De Haar in Randwijk een lezing geven over een streekeigen tuin. Er hebben zich al 30 mensen aangemeld en ik hoor van diverse mensen dat meer mensen hebben aangegeven te willen komen. Volle bak dus, zeker omdat we ook nog samen een pot met streekeigen planten gaan zaaien. 

Ik heb het verhaal op papier gezet en de foto's erbij gezocht. Nu een paar keer oefenen. Als ik de foto zie moet het verhaal vanzelf komen. Ik wil lekker vertellen en niet de hele tijd op het papier kijken. Het lukt niet goed. Ik kan niet onthouden wat bij de foto hoort. Er klopt iets niet, maar wat. 

Dan kom ik in mijn aantekeningen een uitspraak tegen van schrijfster Elif Shafak: "cijfers en statistieken beklijven niet, verhalen blijven bij. We vergeten herinneringen niet die we associëren met emoties". Ook Christiaan Weijts benadrukt in het NRC van 8 februari 2025 dat we eerst heel lang verhalen vertellers waren voor het gelezen woord er was.

Ik wil ook het liefst mijn boodschap verpakken in verhalen maar ben altijd bang dat mensen er niet op zitten te wachten. Dat ze gaan denken, ja zeg daar komen we niet voor. Ik besluit dat het mijn lezing is en dat ik het op mijn manier mag aanpakken.

Ik pas de tekst van de lezing aan en ga wel dezelfde boodschap vertellen maar verpakt in verhalen. Direct merk ik het verschil. Het gaat ineens vanzelf. 

Het blijft spannend een presentatie voor "eigen" publiek. 







dinsdag 11 februari 2025

Slopers?

 Ik visualiseer mijn nieuwe buren. Mijn nieuwe buren zijn mensen met hart voor groen. Ze genieten enorm van hun net gekochte bos. Ze gaan wel wat bomen verwijderen, maar kiezen met veel zorg welke bomen weg moeten. Ze laten het achterste stuk van het terrein, waar veel fazanten en hazen een schuilplaats vinden, ongemoeid. 

Het terrein van mijn buren is maar liefst 1 hectare groot. Ik heb me laten vertellen door de buurvrouw, die nu weg is, dat de tuin ooit is aangelegd door een tuinontwerper. Daarna hebben ze alles zoveel mogelijk met rust gelaten. Het resultaat is een prachtig bos met een enorme diversiteit aan bomen. Een bos waar ik erg blij mee ben. Toen ik, nu bijna 10 jaar geleden. begon in mijn tuin, stonden er in de voor en zij tuin een paar oude taxussen, verder waren er geen bomen. Het bos van de buren beschouw ik als iets dat er bij hoort. Er staat geen afscheiding tussen de twee tuinen en we weten niet precies waar onze tuin ophoudt en de tuin van de buren begint. Zolang je allebei je stuk grond ten dienste stelt van en rekening houdt met de natuur, maakt het ook niet veel uit van wie de grond is. 

Er komt een hoveniersbedrijf om de tuin wat "netter" te maken. Dagenlang zijn ze bezig. Ze verwijderen laaghangende takken en dode bomen. Tenslotte klepelen ze het hele terrein. Dat gaat met een soort bulldozer die alles verwijdert wat voor de wielen komt. Een van de hoveniers heeft blijkbaar wel interesse in het huis. Er zijn wel hoveniers die werken met aandacht voor de natuur, maar die zijn nog zeer schaars. Als de aardige hovenier het huis koopt, hou ik mijn hart vast, want de meeste hoveniers zijn slopers. 

Waar gaat het mis met de hoveniers. Ik herinner mij de hoveniers in mijn klas, 20 jaar geleden, allemaal  plantjes mensen. Geïnteresseerd in groen, lekker kletsen over plantjes. Tuinen aanleggen met veel planten. Gaan de hoveniers mee in wat de klanten willen? Of adviseren de hoveniers de klanten? Zouden mensen die ergens verstand van hebben, de zogenaamde professionals, niet de verantwoordelijkheid moeten nemen om de klanten te informeren in plaats van klakkeloos te doen wat mensen willen. Zou de hovenier niet net als bijvoorbeeld de huisarts mensen moeten informeren over hun verantwoordelijk. In geval van de huisarts over verantwoordelijkheid voor hun gezondheid en de hovenier over onze bijdrage aan de biodiversiteit met onze eigen tuin. 

Waarschijnlijk uit angst om te betuttelen, gebeurt dat te weinig denk ik. Ik lees op Nature Today over een hovenier in Kampen. Hij vertelt over een "verwaarloosde" tuin. Zo min mogelijk de bodem verstoren is zijn motto. Zoveel mogelijk hergebruiken, kale grond bedekken en inheemse planten toevoegen. De provincie Overijssel biedt een gratis workshop aan voor hoveniers en tuinontwerpers over natuurlijk tuinieren. Mooi initiatief.

Ik heb stress over de toekomst. Het enige dat ik doen is visualiseren en vertrouwen dat het goed komt. Als je niet van groen houdt koop je geen huis met een hectare grond? Toch? 



 

dinsdag 21 januari 2025

Zien

 "Het is koud": zegt buurman Jan. Hij laat Diesel uit en loopt net voorbij mijn oprit als ik de deur uit stap om een rondje te lopen. "Ja het is winter": antwoord ik. Ik bedoel te zeggen. dat ik het wel fijn vindt dat het koud is. "Nou we hebben anders ook nog geen winter gehad": is het sombere antwoord van Jan, die doorgaans best goed gemutst is. We lopen een eindje samen op, maar al snel besluit ik door te lopen. De hond moet overal snuffelen. Sinds ik geen hond meer heb, vind ik het wel fijn dat ik alleen op mezelf hoef te letten. Ik heb de hele ochtend zitten werken aan een nieuwe lezing en ben blij buiten te zijn.

Ik loop snel langs het minder leuke stuk, een fietspad langs een weg. Daarna wordt het beter. Het mooiste stuk van de wandeling is onder langs de rijndijk. Lekker door de zuigende modder banjeren. Het water is weer gezakt, maar er staat nog steeds veel water in de uiterwaarden. Dat levert mooie plaatjes op met veel vogels. Op een af en toe passerende auto op de dijk na, is het heel stil. Het geluid van de vogels versterkt de stilte. Ik ga stilstaan en kijk langdurig om me heen. Het is al dagenlang mistig en ik geniet er enorm van. De stilte, het mysterieuze licht, vervagende contouren in de verte. In de verte loopt een weg door de uiterwaarden naar de steenfabriek. De weg ligt wat hoger dan de uiterwaarden. Ik weet dat de weg er ligt, maar ik zie de weg niet. Ik zie een fietser op weg naar de Rijn. De fietser lijkt in de lucht te fietsen. Het kleine figuurtje beweegt gestaag in de richting van de steenfabriek. Ik kijk naar de mistige uiterwaarden met het geluid van de vogels. Ik zie de vogels vliegen in het doodstille water. Ik kijk om me heen en ben helemaal vervuld van zoveel schoonheid. Ziet nou niemand dit? 

Op het weerbericht op de radio hoor ik de stem van de weervrouw: alweer een grijze dag vandaag. Zeker alweer een prachtige grijze dag vandaag. 



zondag 19 januari 2025

Gewildheid

Sommige woorden zijn zo goed getroffen en dekken helemaal de lading. Zo jammer dat ik er zelf niet opgekomen ben. Ik worstelde bij lezingen en workshops altijd met hoe ik planten moest noemen die de meeste mensen onkruid vinden. Gewildgroei: een mooi gevonden woord (niet van mij) voor aanwaai planten. Aanwaaiplanten die zeer welkom zijn, Mijn tuin heeft veel gewildgroei. Ik heb wel gemerkt dat veel gewildgroei ook weer vanzelf verdwijnt. Ook al wil je dat niet.

Veel van de planten die mensen onkruid noemen heb ik ergens (een klein polletje) uitgegraven en in de tuin gezet. Madeliefjes, moerasspirea, dovenetel. Van anderen heb ik zaad verzameld en uitgestrooid: wilde peen, wilde pastinaak. Fluitenkruid wil ik graag hebben maar dat lukt nog niet.

De laatste 2 jaar heb ik veel aangewaaide gewone berenklauwen in de tuin. Eerlijk gezegd zag ik dat met lede ogen aan. Het waren er wel heel erg veel. Maar na nadere bestudering ben ik er heel blij mee. Ze hebben een hele lange bloeiboog, vroeg en late planten en de bloemschermen zoemen van de insecten. Nu met die dagenlange aangevroren mist zijn de hoge uitgebloeide bloemschermen prachtig wit berijpt. 

De gewone berenklauw leert mij ook weer een lesje over de tuin. De gewone berenklauw groeit op vochtige voedselrijke grond. Nu snap ik dat de gewone berenklauw in bijna de hele tuin te zien is, behalve in de groentetuin. Ik vond de oogst van het afgelopen seizoen van de meeste groenten weer erg tegenvallen. Zuchtend moet ik constateren dat de bodem in mijn groentetuin nog steeds niet goed genoeg is om een goede groenten oogst te garanderen. Ondanks dat ik een big bag lavagruis heb uitgestrooid over de hele tuin. 

In het voorjaar maar weer een big bag biologische bemeste compost bestellen en gewoon doorgaan. 

  

zwarte bessen

Als de GGD en het RIVM daadkrachtig zouden optreden tegen alle producten in de supermarkt die de gezondheid schade toebrengen konden we met supermarkten toe die een kwart van de oppervlakte zijn van nu.

Je komt bij de kassa en je hebt chips, frisdrank, kant en klaar soepen, sauzen, fel gekleurd snoep, zwaar bewerkt vlees en monatoetjes op de band liggen. De kassa geeft aan dat je het niet mee mag nemen, want schadelijk voor de gezondheid. 

Is het middel hier niet erger dan de kwaal?  Nu staat een van de weinige gezonde producten die er in de supermarkt te koop zijn in een kwaad daglicht. Ik zit zwaar verontwaardigd naar het nieuws te kijken. Zo veel ophef om zoiets tamelijk onschuldigs. Er zijn twee handenvol mensen ziek geworden en twee! in het ziekenhuis terecht gekomen. De rest van de eters heeft misschien een dagje rommelde darmen gehad. Minimaal 60 % van de mensen die met allerlei welvaartsziekten in het ziekenhuis terecht komen zijn ziek geworden door wat er gewoon in de supermarkt te koop is. Niemand staat er bij stil dat ze zichzelf schade toebrengen door die winkelwagens vol met rommel die naar binnen gewerkt worden. 

Ik was al kwaad, maar tijdens het schrijven word ik steeds kwader. We worden door de GGD en het RIVM totaal niet beschermd tegen schadelijke producten en zeker niet tegen schadelijke stoffen in ons water, bodem en lucht. Het lijkt nu wel alsof ze blij zijn dat er een keer een besmetting is met hepatitis A ,zodat we in het nieuws kunnen zien dat ze nog bestaan en echt wel iets doen. 

  

dus toch

 "Kun je je wel warm fietsen met deze kou" : vraag ik aan een wielrenster die naast mij gaat staan op de pont naar Wageningen. Het is zaterdagochtend, het vriest niet hard maar de kou bijt in mijn vingers en tenen. De vrouw naast mij vertelt dat ze wel hard moet fietsen om warm te worden. Nu ze staat te wachten koelt ze snel af. Ze vertelt dat ze sinds 2 jaar 4 keer per week op de racefiets stapt om een rondje te fietsen. Ze is twee jaar geleden begonnen met een leefstijltraject en vertelt trots dat ze 40 kilo is afgevallen, Terwijl ze vertelt zie ik aan haar dat het een zwaar traject was, maar dat ze trots is op en blij met het resultaat. Ze kijkt me vrolijk aan en vertelt dat ze nooit meer pijn in haar rug heeft in tegenstelling tot 40 kilo eerder. 

Nu word ik heel nieuwsgierig. Met hoeveel mensen is ze begonnen en hoeveel hebben de eindstreep gehaald? Ze is in een groep van 15 personen begonnen en twee zijn er in geslaagd daadwerkelijk significant gewicht te verliezen. "Wat maakt nou dat het jou wel is gelukt en de anderen niet": vraag ik. Ze kijkt peinzend over het water. "Tja zegt ze, ik zet 4 x per week de wekker om te gaan fietsen": dat is best een opgave. Voorzichtig werp ik het woord in de strijd waar ik toch steeds op uit kom. Ik vraag: "Denk je dat discipline er iets mee te maken heeft", "Oh zeker ": antwoordt ze in volle overtuiging. Ik had nog veel meer willen vragen, maar we zijn al aan de overkant. 

Ze blijft nog lang in mijn gedachten. Zou dit onderzocht worden? Waarom lukt het sommige mensen wel en andere niet om daadwerkelijk een nieuwe leefstijl vol te houden? Misschien is obesitas een ziekte maar het is te genezen. Ik heb het idee dat er niet naar de juiste dingen gezocht wordt. Ik verlaat op zondagochtend mijn warme huis om te gaan hardlopen in de kou. Niet omdat ik er zoveel zin in heb, maar omdat ik weet dat het goed voor me is en omdat ik daarna de hele dag een heerlijk voldaan gevoel heb.  

Is dat discipline? Ja, wat anders.