Heb je een lichaam of ben je een lichaam? Dit was de ingewikkelde opdracht van de schrijfavond. Sinds een half jaar zit ik in Wageningen bij een schrijfclub onder de bezielende leiding van Sonja. Ik heb gekozen voor biografische schrijven omdat ik het leuk vind om te schrijven naar aanleiding van gebeurtenissen in mijn leven.
Op de schrijfavond worstelde ik met de opdracht. Ik had graag willen schrijven dat ik volledig opga in mijn lichaam. Pas de volgende avond durf ik het toe te geven aan mezelf. Ik heb voornamelijk een lichaam. Een lichaam dat ik beschouw als een kostbaar instrument. Zeer zorgvuldig schaaf ik wat aan de klankkast en draai ik voorzichtig aan de snaren. Ik verdiep me in wat mijn lichaam nodig heeft en waarom. Doordat ik een lichaam heb kan ik een lichaam zijn. Ik doe er veel voor om een lichaam te zijn. Ik let op mijn voeding, zorg dat ik voldoende water en thee drink, slik supplementen en zorg voor veel beweging. Daardoor kan ik de hele dag in de tuin werken en een lichaam zijn. Een lichaam dat me zonder aarzelingen gehoorzaamt. Een lichaam waar ik niet over hoef na te denken.
Maandag fiets ik naar Arnhem, ruim een uur fietsen om de trein te nemen naar Zwolle. Ik ga wandelen met een buitengewoon fitte vriendin van 75. Onder het lopen bespreken we de meest uiteenlopende onderwerpen. Vaak gaat het over gezondheidsissues. Wat je allemaal moet doen en laten om op deze leeftijd gezond en fit te zijn en blijven. Wat we ook heel veel doen is lachen. We besluiten van Zwolle naar Hattem te lopen en terug. In Hattem eten we een kop soep op een terras midden in het stadje. Als ik terug kom van de WC staat vriendin M met een aantrekkelijke man van onze leeftijd ( die zijn schaars) te praten die een broodje zit te eten. Omdat M in Hattem woont, neem ik aan dat ze deze meneer kent. M vertrekt naar binnen om af te rekenen en ik neem het gesprek over. Op een gegeven moment vraag ik of hij een bekende is van M. Hij kijkt me verontwaardigd aan en zegt: "helemaal niet, geen idee wie deze brutale vrouw is". M komt er net aanlopen en keihard lachend lopen we door. We zoeken een voetpontje met zelfbediening en lopen verkeerd. Daardoor zijn we langer onderweg dan gepland. Als we bijna weer op de plek zijn waar we begonnen, komt er een bekende man aanlopen. We roepen allebei enthousiast: "He ben jij niet de man van het terras". Al voor we elkaar passeren begint de man te roepen: "dat was mijn tweelingbroer, ik ken jullie niet". We komen niet meer bij van het lachen.
In Arnhem aangekomen haal ik mijn fiets uit de stalling en geniet van mijn fietstocht naar huis. Als ik thuiskom zie ik een berichtje van vriendin M, we hebben 16 km gelopen. Wat een heerlijke dag. En wat fijn dat mijn lichaam de hele dag zonder mopperen met mijn meeloopt en fietst.