woensdag 26 juni 2024

Geluiden

Ademloos en vol verwondering heb ik het boek "geluiden van het leven" van Karen Bakker gelezen. Fascinerende verhalen over walvissen, olifanten, koraal, vissen en vleermuizen. Al deze dieren maken verschillende geluiden en hebben een taal, Ook dieren die wij niet kunnen horen hebben een stem en drukken emoties uit een een bepaalde taal. Wij kunnen de geluiden niet horen omdat onze oren niet goed genoeg zijn en omdat de geluiden zich vaak op een andere frequentie afspelen. Door middel van AI wordt onderzocht wat de dieren zeggen. Men zoekt naar patronen in bepaalde situaties. De taal van olifanten is uitgebreid onderzocht. Olifanten roepen elkaar bij de naam heeft men ontdekt. 

Zouden de slakken in mijn tuin hun vrienden roepen. Hè hallo hier staat een heerlijk vers net gezaaid afrikaantje, Ook de boontjes zijn dit jaar lekker. 

Bij het radioprogramma vroege vogels afgelopen zondag kwam een jonge wetenschapper vertellen over het onderzoek naar taal bij dieren met behulp van AI. Ik luister aandachtig en verbaas me. Kennelijk wil iedere wetenschapper zijn of haar eigen wiel uitvinden. Wat de wetenschapster vertelde wist ik allemaal al uit het boek van Karen Bakker, geschreven in 2022. Wat gaan we met deze kennis doen vraagt Menno, de presentator van het radioprogramma. De wetenschapper denkt dat de kennis over taal bij dieren gebruikt zou kunnen worden bij bijvoorbeeld politiepaarden. Hoe kunnen we deze dieren geruststellen zodat ze niet in paniek raken bij demonstraties.

Ik denk aan kalfjes in een veewagen op transport, aan kippen opeengepakt in een stal, aan varkens opgesloten in een hok. Aan koeien waarbij het kalfje direct is weggehaald. Wat nou als het lukt de taal van deze dieren te ontcijferen. 


maandag 10 juni 2024

decolonising botany

 " Oh jij eet zeker ook pesto van zevenblad, zo'n soort smaak": antwoord de gastvrouw smalend op mijn opmerking dat grote klis een heerlijke wortel is. De rest van de gasten schaart zich achter de gastvrouw en ik hou mijn mond. Mijn kennis over inheemse gewassen is niet besteed aan deze mensen. Hele aardige en leuke mensen met een groot hart voor de natuur. Het was een leerzame en fijne ochtend van de "niets tot iets" groep. We komen al 7 jaar èèn keer per jaar bij elkaar om bij een van de deelnemers het terrein/tuin te bekijken. 

In het fantastische boek van Dan Saladino " Eten tot het op is" lees ik over een andere wortel die ooit het hoofdvoedsel was van de aboriginals: Murnong of Microseris scapigera. Een radijsachtige wortel met de smaak van kokosnoot. Zonder Murnong was er geen leven mogelijk geweest in Zuid-Oost Australië. De diverse stammen leefden 10 000 den jaren in dit gebied en aten vooral murnong en wat ze konden vangen aan kleine dieren. De zoete voedzame wortels werden geroosterd of in een grond oven bereid. De wortel en de kennis over de wortel is verdwenen door geweld. Tussen 1953 en 1957 testte de Britse regering kernbommen in de woestijnen van Zuid-Oost Austalië. De 10.000 aboriginals die er nog rond zwierven moesten weg en werden verdreven. Bovendien brachten de Europese kolonisten miljoenen schapen naar Australië, die al snel door hadden hoe ze de lekkere wortel konden vinden. Grassen en konijnen maakt het werk af. De aboriginals zijn massaal gestorven en uitgeroeid door honger en ziektes. Inmiddels sterven ze door een Westers dieet van meel en suiker. Een dieet dat voor niemand gezond is maar de aboriginals krijgen vaker dan gemiddeld diabetes type 2 door een westers dieet. Gelukkig zijn er inmiddels initiatieven om de wortel weer te telen en ook in restaurants te serveren. 

Berenwortel of osha of Ligusticum posteri is ook een wortel die groeide in Colorado. Net als Echinacea, guldenkruid en Amerikaanse ginseng was berenwortel een plant die gebruikt werd door de inheemse bevolking van Amerika en gecommercialiseerd door de kolonisten. In de bergen word er op industriële schaal gezocht naar deze bedreigde wortel. Ook de inheemse bevolking van Amerika is uitgeroeid, verdreven van hun grond en weggestopt in reservaten. Langzaam komt het besef om de oude inheemse kennis terug te veroveren en deze wijsheid weer toe te passen. 

Wat doen wij? Wij hebben vrijwillig afstand gedaan van onze autonomie op ons voedsel. Wij eten wat de industrie ons voorzet. Honig, Hak, Fastfood restaurants, thuisbezorgd, pizzakoeriers, Hello Fresh. Wie kookt er nog zonder pakjes of zakjes? Als je zelf probeert groente te verbouwen is dat niet alleen ontzettend leuk (ook wel eens frustrerend) maar je ontzag voor de landbouwer groeit. Elke week loop ik in de biologisch winkel met grote ogen de prachtige groenten te bewonderen, Hoe krijgen ze het voor elkaar? Ik ontworstel met veel moeite enkele courgettes, kropje sla, boontjes en als ik geluk heb kool aan de bodem. Bloemkool begin ik niet eens aan. 

Op de Wageningse Berg is er een beelden tentoonstelling met als onderwerp: decolonising Botany met bij behorende lezingen en discussie avonden. Afgelopen donderdag in de bibliotheek in Wageningen een lezing van een universitair docent. Nog steeds worden inheemse stammen verdreven van hun land om plaats te maken voor Westerse hobby's, zoals een gezellige safari of mijnen vanwege grondstoffen voor onze telefoons. De mensen worden niet alleen verdreven ze zijn ook hun voedsel kwijt, hun tuin, hun habitat. Aan het eind van de avond de vraag: wat kunnen we zelf doen? 

Laten we in ieder geval nadenken over wat we eten en waar het vandaan komt. Het helpt om voedsel te kopen uit de regio, dan hoeven ze in Afrika niet mijn boontjes en sla te telen. Voedsel uit eigen tuin of boerderijwinkel aangevuld met wortels uit het wild. Onze murnong en osho is grote klis wortel vol inuline. Inuline is belangrijk voedsel voor goede darmbacteriën. Grote klis, een wortel, net als wilde pastinaak , die onze voorouders vast overvloedig gegeten hebben 

Decolonising botany, eet wat er groeit. 

vrijdag 7 juni 2024

Verdwenen intelligentie?

 

De aboriginals zouden weerstand hebben gevoeld om te leren lezen en schrijven. Ze vertelden hun scheppingsverhalen over de droomtijd generatie op generatie uit hun hoofd. Als je het gaat opschrijven hoef je het niet meer te onthouden dus dan vergeet je het. Je mag het vergeten, want het is opgeschreven. Uiteindelijk zullen ze toch wel gedwongen zijn te leren lezen en schrijven om mee te kunnen in de moderne samenleving. Wat dat heeft betekent voor het geheugen weet ik niet. Ik vind de aanname heel logisch klinken. Iets wat je niet gebruikt gaat in kwaliteit achteruit.

Zo vermoed ik dat het richtingsgevoel van mensen op den duur helemaal zal verdwijnen, We hebben immers GPS. Sommige mensen denken helemaal niet meer na. Ze zetten de GPS aan voor ze de oprit afrijden. Een verbijsterend voorbeeld maakte ik laatst mee. Ik stond bij het Lexkesveer aan de Wageningse kant op de pont te wachten. Er komt een auto aanrijden, stopte niet bij streep. Reed langzaam doch gestaag door richting het water, ondertussen turend op zijn scherm. Op een meter voor het water stopte hij. De man was woedend, wat doet dat water hier leek hij te denken en weigerde in eerste instantie achteruit te rijden. Toen de pont er aan kwam en de klep de veerstoep op dreigde schuiven zette hij met tegenzin de auto in de achteruit.

Jammer is het ook dat we nooit meer verdwalen of aan mensen de weg hoeven te vragen. Iemand de weg wijzen is eindeloos moeilijk. Was het nou de eerste of de tweede weg links. Ik heb vaak achteraf lopen tobben dat ik mensen per ongeluk met alle goede bedoelingen, de verkeerde kant op heb gestuurd. Als ze weer met goede moed op pad waren, bedacht ik me dat het toch de andere kant op was.

Als de bovengenoemde aannames voorspellend zijn. En als het echt zo is dat een eigenschap of gave slechter wordt als je het niet gebruikt dan zie ik het somber in voor de intelligentie van mensen.

We hebben nu immers kunstmatige intelligentie. Zelf nadenken waarom zouden we, dat kan onze computer veel beter. Stevenen we met zijn allen af op kunstmatige niet aangeboren domheid?

 

De tunnel

 

“Heb ik je het verhaal van de tunnel al eens verteld?” “Tunnel?” verbaasd kijk ik mijn vader aan. Ja de tunnel die liep van ons oude huis naar het huis aan de dijk.

Mijn vader is sinds kort verhuisd naar een appartement met zorg op maat. Hij heeft het geweldig naar zijn zin en begint steeds meer te vertellen over vroeger.

“Ga zitten meisje dan zet ik thee en zal ik je het verhaal vertellen. Het is een lang verhaal hoor, heb je tijd? “

Ik plof neer op de fijne zachte bank met uitzicht op het mooie park en verheug me op wat komen gaat. Heerlijk niets hoeven en mijn vader die me net als vroeger een verhaal verteld. Mijn vader komt terug met een pot thee die ik lekker vind, gaat tegenover me zitten schenkt 2 koppen thee in en begint te vertellen.

“In de oorlog was ik verliefd op Elly. Heel erg verliefd. Elly was een heel mooi meisje met prachtig dik rood haar. We waren stapelgek op elkaar. Ze was mijn eerste vriendinnetje. Elly woonde in Indoornik. Er was maar een probleem. Elly was katholiek. Mijn ouders, jouw opa en oma dus maakten zich er niet zo druk om. We waren jong er kan nog zoveel gebeuren. De vader van Elly was een nare man die er niet voor terug deinsde om grof geweld te gebruiken tegen zijn kinderen. Toen hij hoorde dat Elly en ik met elkaar omgingen is hij heel kwaad geworden en heeft tegen Elly geschreeuwd dat iemand die geen kruuske slaot aan taofel er niet inkomt. Als ze niet direct het contact met mij zou verbreken zou hij er wel voor zorgen dat ze me niet meer zag door haar beide benen te breken. Elly was doodsbang van die man. We waren echt gek op elkaar en probeerden mogelijkheden te vinden elkaar toch te zien. Toen schoot de tunnel me te binnen. We waren van jongs af aan gewaarschuwd dat we nooit de tunnel in mochten gaan, vanwege instortingsgevaar. Dat was levensgevaarlijk.  Maar goed dat was de vader van Elly ook. De tunnel liep van ons huis, je weet wel waar ons huis stond toch? In de achterstaat op de plek waar na de oorlog dat tuindershuisje is gebouwd. Daar stond onze boerderij. Van die boerderij liep een ondergrondse tunnel naar het huis aan de dijk, waar Tinus en Didi nu wonen. In die tijd woonde daar een vriend van mij met zijn vader, moeder zus en broer. Na inspectie bleek die tunnel helemaal niet ingestort en zagen we dat als oplossing voor onze geheime ontmoetingen. Mijn vriend zat in het complot en smokkelde Elly naar binnen en ik kwam van de ander kant vanuit mijn eigen huis. Dat ging een hele tijd goed. We hadden een deken meegenomen en kaarsjes. Ik nam elke keer lucifers mee, want het was wel vochtig. Heerlijk uurtjes hadden we daar. Tot we een keer dichtbij elkaar zoals altijd, zachtjes zaten te praten. We hoorden iemand aankomen van de kant van de dijk. Nee er kwam iemand van de kant van mijn huis. Op een gegeven moment hoorden we dat er van beide kanten iemand aankwam. Ik hoorde mijn vader roepen: Henk, Henk direct komen. Mijn vader was er als eerste en stuurde ons direct de tunnel uit. We moeten snel weg, de evacuatie is begonnen. Elly en ik rennen zo snel we kunnen de tunnel uit. Ik zag al snel dat mijn vader niet achter ons aankwam. Elly rent zo snel mogelijk naar Indoornik. Ik zie dat mijn moeder spullen achter op onze fietsen aan het sjorren is. Waar is je vader vraagt ze? Ik weet het niet, lieg ik. Ze loopt naar buiten en roept Gijs, Gijs we moeten weg. Ineens staat mijn vader op de deel. Ik zie dat zijn handen bebloed zijn en zijn ogen staan verwilderd. Snel fietsen we met alles wat we in de gauwigheid hebben kunnen pakken naar Zetten. Vandaar werden we verder gebracht tot we uiteindelijk in België uitkwamen. Waar we opgevangen worden en blijven tot de oorlog is afgelopen. Eerst miste ik Elly vreselijk. Maar na enige tijd leerde ik je moeder kennen. Je moeder heeft alles uit de kast getrokken om me te krijgen. Na de oorlog zijn we al snel verloofd. Trouwen ging natuurlijk niet want er was geen woonruimte. Tot die tijd woonde ik bij mijn ouders. We zijn nooit meer teruggegaan naar Randwijk. Ons huis was totaal vernield door bombardementen en brand en het hele gebied heeft onder water gestaan. We hebben toen woonruimte gevonden in het dijkhuis in de heerlijkheid Loenen. Dat was een fijne tijd. Wat me wel dwarszit dat ik niet weet wie de tunnel in kwam van de ander kant. Met wie heeft mijn vader gevochten en is diegene wel op tijd die tunnel uitgekomen? Als die persoon er nog in lag, misschien bewusteloos toen de hele boel onder water kwam te staan? Mijn vader heeft er nooit meer een woord over willen zeggen. Ik heb Elly en haar familie nooit meer gezien. Ik kan natuurlijk niet zeggen dat ik spijt heb van hoe het gelopen is. Ik heb jou en daar ben ik natuurlijk blij mee. Maar ik ben Elly nooit vergeten. Hoe zou mijn leven verlopen zijn met Elly, dat heb ik me vaak afgevraagd.

Maar pap, waarom heb je dit nooit eerder verteld. Kind, dat kon echt niet toen je moeder nog leefde. Die was zo jaloers. Als er al een andere vrouw naar me keek en je weet dat gebeurde nogal eens, was ze dagen kwaad. De kans dat Elly nog leeft is niet zo groot maar misschien kan ik nog te weten komen wat er gebeurt is. Nu je alles kunt opzoeken op internet.

Ja, nu je moeder dood is en ik dit heb opgebiecht aan jou ga ik zoeken wat ik kan vinden over Elly en haar familie. Ik wil toch wel graag weten wat er toen gebeurt is in de tunnel.


verdwenen thuis

 

mei 1724  Het is afgekoeld na een stevige bui met onweer en veel regen. De bomen en struiken druppelen na en de bodem drinkt dorstig zuigend het water op. Adelheid loopt naar het riviertje dat achter haar tuin en die van haar buren kronkelt door het landschap. Terwijl ze door haar tuin loopt bekijkt ze goedkeurend haar levenswerk. Achter haar tuin is het watertje breder. Dat wordt in het dorp het haventje van boer Janssen genoemd. Er ligt een roeiboot aan een steiger. Bij het haventje breekt het landschap open en ziet ze dat het warme land stoom afblaast na de verkoelende bui. Er hangt een strook mist vlak boven de grond en de al zakkende zon geeft de omgeving een warme gloed. Nog even een stukje roeien en genieten van de kakafonie aan dierengeluiden. Kikkers doen hun best om de vrouwtjes te lokken. Krijgt wie het hardste kan kwaken eigenlijk de mooiste vrouwtjes? Net als bij mensen zeker, denkt Adelheid schamper.  Ze roeit een stukje en laat zich dan drijven. Bevers bouwen een burcht, otters spelen in het water, een kolonie kraanvogels is aan het foerageren. Ze ziet kuifeendjes, dodaars en langs de kant op een tak de ijsvogel loerend op een visje. In de verte het mysterieuze gehoemp van de roerdomp. Hoort ze daar het raspende geluid van een kwartelkoning? Boven haar hoofd cirkelt de visarend die een nest heeft in het bos op de berg. Af en toe springt er een zalm op boven het wateroppervlak. Ze maakt een kommetje van haar hand en drinkt het zuivere water. Zou ze nog even een stukje zwemmen? Er is hier immers niemand. Niemand durft nog buiten te zijn als het bijna donker is. Veel mensen zijn bang voor wolven, witte wieven en voor de dominee natuurlijk. Hoewel sommige inwoners van het dorpje haar gewaarschuwd hebben dat je er als nieuwkomer nooit helemaal bij hoort, weet ze zeker dat ze hier moet zijn. Hier is haar thuis, hier voelt ze zich inheems. Ik ben de rivier en het bos en mijn stukje land met alle bewoners.

Als ze de boot aan de steiger legt is het bijna donker. Ze loopt door de tuin naar haar huisje. In de tuin groeien geneeskrachtige planten. De mensen uit het dorp weten haar te vinden om middeltjes te maken van smeerwortel voor kneuzingen, lindebloesem voor kinderen die niet kunnen slapen, kamillethee voor ontstoken tandvlees. Adelheid gebruikt zelf haar tuin vooral om te eten. En om aan te trekken, geweven wollen weefsels op kleur gebracht door ter plekke groeiend korstmos, meekrap, wede, wouw en galnoot.

Mei 2024 “Nee, reeën mogen niet in de Betuwe komen”. Ik kijk de man aan, geen spoortje ironie. Hij antwoordt op de vraag van een van de deelnemers aan de paddenpoelworkshop over de overlast van reeën. In Homoet heeft de gemeente in drie bij elkaar liggende tuinen een paddenpoel gegraven. Ik kijk om me heen en zie behalve de poel, alleen gemaaid gras, zo kort dat het lijkt op afgekloven nagels. Buiten de tuin ligt een groene woestijn met in de verte de snelweg in een mist van uitlaatgassen. Onder het afdak een grote auto, een motor en een eenpersoonsvliegtuigje. Nee, roofvogels mogen hier ook niet komen, maar ik mag de lucht in als ik daar zin in heb. 

We zijn in oorlog met de natuur,

Als we winnen zijn we verloren    Hubert Reeves