Een paar dagen geleden heb ik tomaten uitgeplant in de kas. Onder andere Berner rose,
Coeur de boeuf, gardners delight, Black Prince, cerise, een oranje tomaat.
Flink natgemaakt, beetje koemest en lekker dik toegedekt met vers grasmaaisel. Ik heb het idee dat ze het naar de zin hebben. Ze lijken al gegroeid. Het vers gemaaide gras in de kas ruikt zo heerlijk. Sowieso is mijn kas op dit moment mijn favoriete plek in de achtertuin. Radiootje zachtjes aan en verspenen. Ondanks dat het feest in de groentetuin nog moet beginnen is er al veel te plukken om te eten. Daslook, look zonder look, mosterdspinazie, zeebiet, erbette, rapunzel, zuringsoorten, snijbiet, engelwortel en vandaag heb ik lisdodde geoogst in de vijver. Een bijzonder lekkere groente die, blijkt uit onderzoek al 30.000 jaar gelden gegeten werd. Het eetbare gedeelte zit onder het water en kun je makkelijk lostrekken. Ik heb een gedeelte van de lisdodde in de oven geroosterd, samen met rode kool en appeltjes. Een ander gedeelte is ten prooi gevallen aan een experiment. Ik heb de lisdodde in een pot gestopt met paardenbloemknoppen en overgoten met zout water. Nu moet de pot 10 tot 15 dagen fermenteren. In de keuken laten staan en regelmatig de deksel open om gas te laten ontsnappen. Daarna in de koelkast nog een paar weken laten staan voor je het opeet.
Het dilemma van de engelwortel; de bloemen zijn prachtig maar als je de plant in bloei laat komen sterft ze. Knip je de bloemen er uit blijft de plant leven. Je kunt de bloemen wel eten. Gestoofd in boter met gember en knoflook?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten