zondag 1 mei 2022

Ode aan onkruid

Ik fiets langs het gat van Hagen, een prachtige recreatieplas. De bermen naast het fietspad staan vol met madeliefjes. Iets verder ziet het geel van de paardenbloemen. Ik stap af om een foto te maken en om te kijken of ik wilde bijen kan ontdekken. Als een van de eerste bloeiende bloemen zijn paardenbloemen belangrijk als voedsel voor vroege vliegers. Op een bank, op hoor afstand met wind mee, zitten twee mensen. De vrouw is onder de indruk van de schoonheid om haar heen. 'Kijk daar hoe mooi', ze wijst naar de berm. 'Allemaal onkruid', is het antwoord van de man. Ze doet nog een poging en wijst ergens in de verte. 'Prachtig toch',  zegt ze. 'Ook allemaal onkruid', sombert de man. Voor sommige mensen zijn de planten die we onkruid noemen een zorg voor anderen een zegen. Laten we stoppen met planten onkruid te noemen. Het zijn allemaal planten. Vooral planten die schijnbaar zomaar ergens komen groeien zijn van onschatbare waarde voor de natuur. Van en op elk plantje leeft een specifiek beestje. 

Al vroeg in het voorjaar geniet ik van de prachtig bloeiende bermen in wisselende kleuren combinaties. Het is een doorlopende en doorfietsende bloemenshow. Het begint met aandacht trekkend felgeel, paardenbloemen en raapzaad. Ik wil voortdurend afstappen om raapzaad te plukken en te proeven van de pittige mosterdsmaak. Na het geel komt het kantachtige wit van het fluitenkruid en ook de witte dovenetelbloemen steken helder af bij het frisgroene blad. Ik word heel blij van de wilde peen en verbaas me telkens weer over het prachtige witte bloemscherm met het zwarte of donkerpaarse bloemetje in het midden dat lijkt op een klein insect. Als ik heel goed kijk zie ik af en toe het tere hemelsblauw van de ereprijs schitteren in het gras. Bij het zien van bijvoet denk ik aan soldaten met het kruid in de schoenen om de voeten te beschermen. Door de bermen te bestuderen ben ik niet meer ongerust over het zogenaamde onkruid in mijn tuin. In de bermen zie je hoe onkruiden elkaar afwisselen en samen


groeien. Zelfs zevenblad voegt zich en vleit tegen de buurplanten aan zonder teveel ruimte in te nemen. Vandaag telde ik op ongeveer 1 m2 14 verschillende planten die onkruiden genoemd worden.  

Ook in mijn tuin vind ik zevenblad, dovenetel, smalle weegbree, teunisbloem. melde, brandnetel, zuring, lisdodde, robertskruid, stinkende gouwe en toortsen. De graspaden worden ingekleurd met hondsdraf, rode klaver, madeliefjes en paardenbloemen. Inmiddels ben ik blij met deze eetbare planten in de tuin. Planten die zich grillig gedragen en zich niet houden aan mijn plan met de tuin. Planten die zelf wel bepalen waar ze willen groeien. Planten die mij geleerd hebben het plan in mijn hoofd los te laten en te kijken naar hoe het wordt. Elke plant heeft een functie in het ecosysteem en is belangrijk voor de bodem en/of een beestje. De natuur is een grote (on) kruidentuin.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten