zaterdag 19 maart 2022

Korte verhalen

 Relatief

Er zit een tand los. Weggerot zonder dat ik het heb gemerkt. Om mezelf een beetje op te vrolijken kies ik de toeristische fietsroute naar de tandarts. Even laat ik me afleiden door de omgeving. Als snel begin ik weer te somberen over mijn gebit. In gedachten zie ik mijn tanden op het plankje in de badkamer liggen terwijl ik in bed stap. Er komt mij een vrolijk pratend paar tegemoet op het fietspad. De man zit in een rolstoel. Hij heeft maar een been. Een tikje beschaamd en iets opgewekter vervolg ik mijn weg.


Hoog water

De pont drijft met de sterke stroom mee de rivier af richting de Noordzee. Dan halverwege de rivier wordt de reis afgebroken. De kabels komen boven water en trekken de pont tegen de stroming in naar de overkant. Elke keer weer een spannend moment. Ik vraag aan de kaartjesknipster wat er gebeurt als de kabels knappen. Dan krijg je een gratis reisje langs de Rijn, antwoordt ze vrolijk. 




Elis

 Opdracht voor de schrijfcursus: beschrijf een kantelmoment.

Als ik eerder had beseft dat het gebeurd was, had ik er iets aan kunnen doen. Toen ik het merkte was het te laat. Na 22 jaar samen met Jan en onze kinderen een gezellig en harmonieus gezin gevormd te hebben was ik scheefgegroeid. Ik was gaan leunen als een overjarige populier op een stevige eik. Terugkijkend is het te verklaren, te analyseren en te begrijpen. Op dat moment, zo'n 10 jaar geleden was ik wanhopig en ongelukkig. Ik begreep niet waarom. Ik wist niet dat ik, nadat mijn tweede kind het huis had verlaten en Jan volledig opgeslokt werd door zijn leuke baan, weer rechtop moest gaan staan. Laat staan dat ik wist hoe.

Een advertentie. Een ingeving. Ik reageer. Een paar weken later rij ik naar de Spaanse Pyreneeën om te gaan werken op een camping, net overgenomen door een Nederlander. Weg van thuis, op zoek naar Paula.

De reis is uitdagend. Ik moet leren naar de wereld te kijken met mijn ogen en te genieten zonder te delen wat ik zie. Ik ben er bijna en rij tussen de bergtoppen, de ondergaande zon kleurt de lucht en ik zing keihard de pastorale mee, Ik heb je lief, zo lief. Op de verwaarloosde camping moet ik elke dag kozijnen en deuren schilderen. In de gebouwen is het overal koud en op de gangen is de hele nacht lawaai. Regen etenstijd trekt de vrouw van de eigenaar, als ze geen hoofdpijn heeft, met grote tegenzin en zuchtend een paar pannen uit een rek en begint te koken. Ik word gek van de heimwee.

Na een week komt er een auto met een kleine caravan het terrein opgereden. Er stapt een vrouw uit met een hondje. De dagen daarna zie ik vanuit mijn kamer haar caravannetje staan en kom ik Elis regelmatig tegen. Ze heeft de leeftijd van mijn moeder. Ik ken geen vrouwen met de leeftijd van mijn moeder die zo zelfbewust en vastberaden hun manier van leven kiezen. En belangrijker nog, er zichtbaar van genieten. Elis is maanden van huis en bereist met hondje en caravan heel europa.

Een paar dagen later is Elis jarig en vraagt of ik ook kom. Ik ben verbaasd, Ik kom Elis af en toe tegen op het terrein en dan praten we even. Ze ziet mijn verwarring en vertelt dat dat haar gewoonte is. Ze is altijd op reis als ze jarig is en vraagt dan een aantal mensen die ze op dat moment tegenkomt. Ze lacht vrolijk, het is altijd gezellig zegt ze. Tijdens het feestje zit ik te genieten van mijn wijntje en de mensen. Voor het eerst sinds ik hier ben voel ik mij op mijn gemak. Ik realiseer me dat Elis de omstandigheden in haar leven schikt zoals zij het graag wil. Ze wacht niet af wat er gebeurt maar regelt het zelf. Dat kan ik ook.

De dagen erna ga ik veel dingen anders doen. Ik vraag of ik mag koken in plaats van schilderen. Ik eis andere woonruimte en zeg nee tegen de sympathieke vrouw die voortdurend met we wil wandelen. Tot mijn verbazing zegt iedereen okay, prima. En blijft aardig.

In de jaren daarna ga ik elk jaar een paar weken alleen op stap. De eerst jaren aarzelend en met wisselend succes. Maar inmiddels is de jaarlijks terugkerende vakantie in mijn eentje iets waar ik naar uitkijk en enorm van geniet. 

De populier leunt niet meer.





donderdag 17 maart 2022

Smaken

 "Deze mensen bakken er ook niet veel van", zegt een langsfietsende vrouw. door de gemengde haag ben ik, gecamoufleerd vanaf de straat, aan het werk in de zij tuin. "Misschien vinden ze dit wel mooi", antwoordt haar mannelijke fietspartner. Ik knik instemmend, maar onzichtbaar voor de voorbijgangers. Stilletjes maar extra gemotiveerd ga ik door met mijn tuinwerk. Smaken verschillen.


Zooitje

"Ik dacht dat het bij ons een zooitje was". Ik ben aan het werk in de voortuin. Niet bewust verstopt, maar blijkbaar onzichtbaar vanaf de straat. Er wandelen een man en een vrouw voorbij. De tuin van mijn overburen is heel keurig met kunstig geknipte buxussculpturen. Daarom vermoed ik dat het een beoordeling is van mijn tuin. Ik strek behoedzaam mijn rug en spits mijn oren. Ik hoor niets meer. Als ik nieuwsgierig door de struiken gluur, zie ik het wandelpaar stevig gearmd de straat uitlopen. Ik kijk om me heen naar de knalgele paardebloemen met zoemende bijtjes, lavendel met fladderende vlinders en insecten etende vogeltjes in de struiken. Ik zak weer op mijn knieën en ga tevreden door met mijn werk.

Land-art in de tuin

In de tuin stuit ik op een kunstwerk van veren. Er ligt een soort mandala. In het midden grote gele veren met een zwarte rand, daaromheen kleinere felblauw met zwarte veren, de buitenste rand bestaat uit zachte, pluizige veertjes met oranje tipjes. Dit kunstwerk is niet geweldloos ontstaan, er ligt ook een veer met een stukje vlees aan de pen. Ik maak een foto omdat ik vermoed dat een bijzondere vogel mijn tuin, tevergeefs, als veilige haven heeft gekozen. Een Bekende Randwijker bekijkt de foto en constateert dat het een ontsnapte kanarie is. Was.




Randwijk aan zee

 Ik wandel naar mijn plek, het voelt alsof ik mezelf ga verwennen met een mooi tijdschrift. Totaal overbodig, maar heerlijk. Terwijl ik wandel hoor ik de roep van de kikkers. Ze lokken me als sirenen naar de vijver achter in de tuin. Ik laat me niet afleiden door de tuinwerkzaamheden die ik tegenkom onderweg. Ik wil naar mijn plek. Als ik er ben houden de kikkers zich stil, alsof het concert alleen bestemd is voor de planten, bomen en dieren. Ze houden zich niet alleen stil, het hele orkest is onder water verdwenen. Ik ga zitten op de picknicktafel, na een tijdje komen de orkestleden één voor één uit de coulissen springen en nemen plaats op een waterlelieblad om het concert voort te zetten. De wind strijkt tegen de haren op mijn armen. Het ruist, ik hoor de Noordzee. De boomkruiden van de bejaarde populieren kreunen als oude mensen die omhoog moeten komen uit een diep zittende zetel. Het lijkt lawaaiig te sneeuwen, populierbladeren dwarrelen ritselend omlaag en landen op het water, waar ze hun leven tijdelijk drijvend voortzetten om niet lang daarna te zinken naar de bodem van de vijver, als lek gestoken bootjes. In het water zie ik wolken voorbij drijven; boven is beneden en beneden is boven. De bomen groeien ondersteboven in het water. Kleine waterdiertjes maken botsende kringen op het water alsof er onzichtbare waterdruppels vallen. Achter me op ooghoogte een fietser op de dijk, trappend in het luchtledige, krom gebogen tegen de wind, zoals vroeger. De fietsers in tegengestelde richting lijken te worden voortgedreven door een onzichtbaar zeil. Niets treurt op deze plek, maar toch slepen de lange slappe takken van de wilg vermoeid heen en weer over het gras.

Ik kom bijna elke dag op deze plek. In drukke tijden loop ik langs en vertraag alleen mijn pas. In de herfst mijn favoriete seizoen is er meer tijd om stil te staan en te genieten. De schoonheid die mijn omringt stijgt naar mijn hoofd. Ik zit op de picknicktafel en kijk om me heen. Even de verwoestende en scheppende invloed van de natuur vergetend voel ik mijn oneerbiedig de schepper van dit alles. Ik kijk en zie dat het goed is.