Een grote groep van de antioxidanten in (geneeskrachtige) planten behoren tot de groep polyfenolen. Je moet dan o.a. denken aan rozemarijnzuur in rozemarijn, de werkzame stoffen in echinacea, curcumine in kurkuma, gingerol in gember en de flavonoïden (kleurstoffen) in groenten en fruit. In totaal zijn er zeker 5000 stoffen beschreven. Deze stoffen hebben allemaal een min of meer geneeskrachtige werking. We kunnen er rustig vanuit gaan dat de meeste mensen ernstige tekorten hebben aan deze stoffen. Echter dit valt niet meteen op. Je krijgt niet direct een gebreksziekte als je te weinig polyfenolen binnen krijgt. Maar je bent waarschijnlijk minder veerkrachtig dan je zou kunnen zijn. Naar de exacte werking van deze stoffen wordt in Nederland bij mensen niet of nauwelijks onderzoek gedaan. Gek genoeg gebeurt dit wel bij dieren. Kennelijk komt niemand op het idee dat rozemarijn niet alleen bij koeien ontsteking remmend werkt. Of dat biologisch gevoede kippen eerder herstellen van een ziekte, dat dat bij mensen ook wel eens zou kunnen helpen. Of dat iemand eens gaat onderzoeken hoe dat komt?
Dat het eten van veel biologische groenten, kruiden en wilde planten je gezonder, fitter en veerkrachtiger maakt dat weet ik wel. Maar hoe werkt het in het lichaam, daar ben ik altijd naar op zoek. Dat zijn meestal verslagen van onderzoeken die in de VS worden gedaan. Uit onderzoek blijkt dat sommige polyfenolen niet goed worden opgenomen in je maagdarmkanaal. Om een geneeskrachtige stof zijn werk te laten doen in je cellen, moet het eerst opgenomen worden in je bloed. Niet alle stoffen worden na gebruik namelijk terug gevonden in het bloed. Vooral slecht opneembare polyfenolen blijken hele sterke antioxidanten te zijn. Deze slecht opneembare antioxidanten hebben toch een belangrijke functie, ze werken wel in de darmen en verbeteren de darmflora. Ze werken ook als antioxidant in de darmen en vernietigen reactieve zuurstofradicalen die anaerobe bacteriën doden. Dus een hoge concentratie aan antioxidanten zorgen voor de groei van anaerobe bacteriën zoals Akkermansia. De akkermansia muciniphila bacterie zit in de slijmlaag van de darmen en speelt een verdedigende rol tegen indringers.
Uit recent onderzoek blijkt dat de akkermansia vooral veel voorkomt bij slanke mensen en en minder bij mensen met overgewicht. De reactie van de onderzoekers is dat er dieronderzoek gedaan is en dat de bloedwaarden bij muizen die te zwaar zijn sterk verbeteren na toedienen van de akkermansia. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt de akkermania wel gezien als een oplossing voor de obesitas epidemie.
Zou het niet kunnen dat mensen te zwaar worden door een verkeerde voedselkeuze met te weinig groenten en daardoor te weinig antioxidanten binnen krijgen, waardoor de akkermansia zich niet kan handhaven. Kennelijk hebben we de akkermansia nodig om op een gezond gewicht te blijven Het is misschien best een goed idee om de akkermansia toe te dienen, maar blijf geen water naar de zee dragen en begin tegelijkertijd met de voeding.
Wat is dit toch een geweldig blog. echt fijn!
BeantwoordenVerwijderenDank je wel
BeantwoordenVerwijderen