Wat een geluk als je ontdekt waar je shiny eyes van krijgt. Afgelopen weekend zag ik ze weer. Ik was met een vriendin in Den Haag.We zitten een pizza te eten en krijgen op een gegeven moment een jong stel als buren. We komen met elkaar in gesprek omdat onze buren teveel eten besteld hebben, er blijft veel liggen. Er blijven groenten liggen en omdat ik blijkbaar smachtend zit te kijken vragen ze of ik iets wil. Dat wil ik wel. Totaal niet gedacht aan corona. Wel schoon bestek gevraagd overigens. Er volgt een heel leuk gesprek. Als de vrouw praat over haar tuintje, zie ik ze ineens. Ze krijgt shiny eyes terwijl ze praat over haar plantjes. Ik herken haar passie. Ik zie mezelf weer als 30 jarige, volledig overdonderd door mijn gevoel voor mijn tuintje. Het emotioneert me. Zo'n leuke jonge vrouw, ik hoop dat ze juiste keuzes maakt. Haar partner laat ons weten, dat haar gelukkig maken het belangrijkste is wat hij wil. Ook herkenbaar, dat zegt mijn Jan ook altijd. Maar gelukkig maken moet je helemaal zelf doen. Je kunt alleen wel het geluk hebben dat je een partner hebt, die je helpt. Die je helpt om de juiste omstandigheden te scheppen waarbinnen jij kunt shinen.
woensdag 12 augustus 2020
zaterdag 1 augustus 2020
Te laat om niets te doen
Na een hele drukke periode heb ik weer tijd om een hele dag van 9.30 tot 18.00 uur in mijn tuin bezig te zijn. Heerlijk de hele dag niemand zien, alleen met mijn planten bezig zijn. De tuin is op dit moment sprookjesachtig mooi. De vrienden op de fiets gasten maken ook altijd een rondje door de tuin. Niet iedereeen vind het mooi. Het is een ander soort tuin dan mensen gewend zijn. Ik bedenk hoe anders ik tegen tuinen en tuinieren ben gaan aankijken. Dertig jaar geleden had ik als uitgangspunt schoonheid, de tuin moest mooi zijn. Ik hield me nog niet bezig met wat goed is voor bijen of voor de bodem. Toen ik 25 jaar geleden de hoveniers opleiding deed, was de mens het uitgangspunt van het tuinontwerpen. De mens moest een groot terras, lekker kunnen zitten en vooral niet teveel werk hebben in de tuin. Wat wel of niet goed was voor de natuur kwam nooit ter sprake.
Ik bedenk hoe ik alles, behalve de namen van planten, wat ik ooit leerde over tuinieren snoeien enz overboord gegooid heb en opnieuw ben begonnen met leren en vooral ontdekken wat ik wil, wat wel werkt en wat iets toevoegt aan de biodiversiteit.
Het uitgangspunt bij mijn tuin nu, was en is de uitgeputte aarde vruchtbaar maken en een biodiverse compensatie tuin maken voor de verarmde omgeving. Met tegelijkertijd de functie van eetbare tuin, niet alleen voor dieren ook voor mij.
Hoewel ik vaak gedacht heb dat wij mensen vooral het probleem zijn met onze vervuilende en vernietigende manier van leven, zijn wij tegelijkertijd de oplossing. Verwaarlozing brengt de natuur niet terug, denk ik. Het is te laat om niets te doen. Onze ingrepen in de omgeving zijn te massaal en te heftig. Wij moeten de tuiniers van de aarde zijn. Ook discussies over inheems en uitheems en wat hier thuis hoort of niet brengen ons niet veel verder. Dat levert enorme discussies op en geen van de deskundigen zijn het met elkaar eens.
Tijdens een paddenpoel workshop gaan we kijken bij een poel. De bewoner vertelt over de aanleg en het onderhoud. Op een vraag van een van de deelnemers over reeën zegt de bewoner dat er geen reeën in het gebied mogen komen. Want reeën horen oorspronkelijk niet thuis in dit gebied. Mijn opmerking dat wij mensen vooral de soort zijn die hier niet thuis horen wordt niet begrepen. Wij zijn de baas en kunnen tenslotte doen wat we willen.
Hoe moet het wel?
Het levert mij vaak gepieker en hoofdbrekens op wat wel of niet in de tuin past. In de plantenkeuze kun je veel verschil maken voor gevleugelde vriendjes. Ook onderhoud of liever gezegd geen onderhoud levert een bijdrage. Het lange gras zit vol krekels en andere beestjes en op dit moment gaan de kikkertjes op pad op zoek naar andere vijvers/sloten.
Wat onkruid betreft zoek ik naar een evenwicht tussen accepteren en ingrijpen. Vandaag zag ik nog een bloeiende paardenbloem met twee bijen erop. Distels heb ik geprobeerd, maar ik loop graag op blote voeten in de tuin. Dat gaat niet samen.
Ik zet mijn stukje aarde naar mijn hand, steeds met de zorg voor de natuur in mijn achterhoofd.
Ik zaai, plant, wied, snoei, kijk, werk en bewonder.
Ik bedenk hoe ik alles, behalve de namen van planten, wat ik ooit leerde over tuinieren snoeien enz overboord gegooid heb en opnieuw ben begonnen met leren en vooral ontdekken wat ik wil, wat wel werkt en wat iets toevoegt aan de biodiversiteit.
Het uitgangspunt bij mijn tuin nu, was en is de uitgeputte aarde vruchtbaar maken en een biodiverse compensatie tuin maken voor de verarmde omgeving. Met tegelijkertijd de functie van eetbare tuin, niet alleen voor dieren ook voor mij.
Hoewel ik vaak gedacht heb dat wij mensen vooral het probleem zijn met onze vervuilende en vernietigende manier van leven, zijn wij tegelijkertijd de oplossing. Verwaarlozing brengt de natuur niet terug, denk ik. Het is te laat om niets te doen. Onze ingrepen in de omgeving zijn te massaal en te heftig. Wij moeten de tuiniers van de aarde zijn. Ook discussies over inheems en uitheems en wat hier thuis hoort of niet brengen ons niet veel verder. Dat levert enorme discussies op en geen van de deskundigen zijn het met elkaar eens.
Tijdens een paddenpoel workshop gaan we kijken bij een poel. De bewoner vertelt over de aanleg en het onderhoud. Op een vraag van een van de deelnemers over reeën zegt de bewoner dat er geen reeën in het gebied mogen komen. Want reeën horen oorspronkelijk niet thuis in dit gebied. Mijn opmerking dat wij mensen vooral de soort zijn die hier niet thuis horen wordt niet begrepen. Wij zijn de baas en kunnen tenslotte doen wat we willen.
Hoe moet het wel?
Het levert mij vaak gepieker en hoofdbrekens op wat wel of niet in de tuin past. In de plantenkeuze kun je veel verschil maken voor gevleugelde vriendjes. Ook onderhoud of liever gezegd geen onderhoud levert een bijdrage. Het lange gras zit vol krekels en andere beestjes en op dit moment gaan de kikkertjes op pad op zoek naar andere vijvers/sloten.
Wat onkruid betreft zoek ik naar een evenwicht tussen accepteren en ingrijpen. Vandaag zag ik nog een bloeiende paardenbloem met twee bijen erop. Distels heb ik geprobeerd, maar ik loop graag op blote voeten in de tuin. Dat gaat niet samen.
Ik zet mijn stukje aarde naar mijn hand, steeds met de zorg voor de natuur in mijn achterhoofd.
Ik zaai, plant, wied, snoei, kijk, werk en bewonder.
Abonneren op:
Posts (Atom)