Velt Nijmegen en omstreken organiseerde afgelopen woensdag een lezing over bijen door Manon Best. Het leek mij wel makkelijk. Nu kom ik het te weten wat ik moet doen om de wilde bijen in de tuin te helpen. Na de lezing begrijp ik dat het helemaal niet makkelijk is. Er zijn ruim driehonderd verschillende wilde bijen en hommels in Nederland en elke soort is anders. Een groot aandeel van deze bijen staat op de rode lijst. Daar kunnen ze ook weer van verdwijnen als het beter met ze gaat. Je kunt natuurlijk in het algemeen goed voor de wilde bijen zorgen in je tuin door veel bloemen en veel nestelgelegenheid in de vorm van holle stengels en dood hout. Ik was gewend om alle stengels te laten staan in de winter. In het voorjaar knip ik ze af en maak ze wat fijner en gooi ze in de border. In veel van die stengels overwinteren de eitjes van de wilde bijen. Sommige bijen komen pas in juni tevoorschijn. Dus die stengels mag je wel afknippen, maar leg ze dan in zijn geheel ergens neer. Als die bij in juni tevoorschijn komt moet er wel iets zijn om op te vliegen. Manon heeft mij wel gemotiveerd om wat specifieker te gaan kijkne en meer te observeren. Ik zie wel bijen, maar ik zie geen verschil.
Door beter te observeren kun je ook heel specifiek een bij uitkiezen die je wil beschermen. Manon koos een bedreigde bij uit die wel in Gelderland voor komt, maar zeldzaam is, de maskerbij. De maskerbij is een goed herkenbare bij, zwart met een wit masker.Toen is gaan kijken welke maatregelen kan ik nemen om die bij weer in mijn tuin te krijgen. De maskerbij vliegt in juni/juli. Dus moet je kijken naar de stuifmeel en nectarwaarde en bloeitijd van planten. Uien en knoflook hebben een zeer hoge stuifmeel en nectarwaarde en ze bloeien in juni/juli.
Volgend jaar ga ik meer observeren, ik ga meer uien aanplanten en in bloei laten komen. De grote sierui werkt overigens ook. En als ik dan een keer de maskerbij tegenkom, ga ik dat zeker opschrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten