Sinds 1 september woon ik nog slechts 12 km van mijn moeder. Regelmatig fiets ik even naar mijn moeder voor een kop thee en een praatje. Mijn moeder is wel weduwe maar niet eenzaam. Ze zegt van wel, maar mijn moeder heeft meer vrienden en kennissen dan ik. Haar drie kinderen en kleinkinderen wonen in de buurt en bezoeken haar elke week.Ze heeft vaak bezoek als ik kom en dan schuif ik even aan.
Regelmatig beland ik in gezeur over wat allemaal niet goed is in deze tijd.
Ik ben dan vaak de enige in het gezelschap die een lofzang houdt over de fantastische tijd waarin we leven.
Ik herinner mij:
- de kinderen in de klas die niet goed konden leren. De jongens gingen bij de meester de tuin doen, de meisjes werden aan hun lot over gelaten. deze kinderen werden ook nog vaak voor schut gezet voor de klas. Ik werd ook geslagen op school, maar ik was de slimste in de klas, dat gaf toch een gevoel van onaantastbaarheid.
- er waren diverse kinderen in de klas die te kleine schoenen, kapotte schoenen hadden.
- na de vakantie hadden de meeste kinderen niets te vertellen, ze waren nergens geweest.
- de gezinnen met 12 of meer kinderen. Ook als het regende moesten ze zich buiten vermaken.
- de meeste kinderen hadden niet eens een fiets
- een afspraak met de dokter. Je moest er al om 7 uur zijn, dan was je als je geluk had tegen 11 uur aan de buurt.
- de slagers die zich schooltandarts noemden en waar de hele school doodsbang voor was. Zelfs door de tandarts werd je geslagen als je huilde. Ik heb menig kind over het schoolplein gesleept zien worden.
- de minachting van de gevestigde orde voor de "gewone"mens.
- de rangen en standen
- als je voor een dubbeltje geboren was, dan bleef je ook een dubbeltje.
- zeker als je een meisje was, werd het niet nodig gevonden om geld uit te geven voor je opleiding.
Dit alles is pas 50 jaar geleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten