zaterdag 27 juni 2015

inspirerend

De opdracht van de schrijfweek in het Letterdyfehouse die het meest indruk op mij heeft gemaakt is het schrijven van 50 woorden verhaaltjes, een zogenaamde minisage.
Je leert weglaten en in 50 woorden een sfeer neer te zetten. Het is de bedoeling te openen met een ace, in het midden een dramatisch omslagpunt. Aan het eind een afrondende zin.
Er zijn in die week heel wat pareltjes geschreven en het blijft doorgaan. Via de mail blijven we elkaar verhaaltjes sturen.
Pas toen ik thuis was realiseerde ik me hoe bijzonder de sfeer was. De groep mensen en de twee begeleiders  hebben een veilig, zeer inspirerend nest gemaakt waarin iedereen kon experimenteren met meer (vaak meer) of minder intieme schrijfsels.
Door de vaak intieme schrijfsels leer je elkaar goed kennen. Dit geeft een bijzondere band.
Het was een week om nooit meer te vergeten.

Schiphol

Verscheurd tussen hoofd en hart.
De lopende band gaat traag, lopen is sneller.
Wacht op de anderen, nee ik kan niet wachten.
Hij kijkt over me heen, zoals veel lange mensen doen.
Lange sterke armen om me heen.
Een grote droge hand, samen vol vertrouwen een nog onbekende toekomst tegemoet.

Een onbekende toekomst omdat ons huis is verkocht en we per 1 september (nog) geen huis en vooral tuin meer hebben. De volgende minisage gaat over mijn tuin.

Tuin

Over een tijdje is mijn tuin op deze plek verdwenen.
Kindvriendelijk moet het worden.
Zich niet bewust van het naderend onheil fladderen de bijen en vlinders op het wilgenroosje, duizendblad en de Turkse drakekop.
Wat gaat er met ze gebeuren als ik hier niet meer ben.
Het voelt als verraad.

vrijdag 5 juni 2015

de mens als zaailing

Ik praat tegen mijn zaailingen.
Een aantal jaren geleden was ik in het voorjaar een weekje weg en had ik mijn zoon een onmogelijke opdracht gegeven. Hij zou voor de plantjes zorgen. Hij had echt zijn best gedaan en de meeste hadden het overleefd. Beetje overdreven misschien, maar ik was echt verdrietig om de plantjes die dood waren gegaan.
In eerdere blogs is de overeenkomst tussen plant en mens ter sprake gekomen.
In de blog over slow medicine komt Victoria Sweet (God's Hotel) ter sprake. Zij is een ziekenhuis arts in Amerika en spreekt over zichzelf als de tuinier (gardner) die aandachtig en liefdevol haar zieke "planten" behandeld.
In lezingen die ik geef over de helende natuur maak ik de vergelijking tussen plant en mens. Wij mensen hebben veel gemeen met planten. Planten maken zuurstof in hun bladgroen (chlorofyl). De structuurformule van chlorofyl is bijna gelijk aan die van de hemoglobine in ons bloed. Hemoglobine vervoert de zuurstof in ons bloed en zorgt dat het komt waar het op dat moment nodig is.
Planten maken glucose, dit is dezelfde glucose die wij in ons bloed hebben.
Ook Hildegard von Bingen vergeleek de mens met een plant. Als ze iemand behandelde keek ze eerst uitgebreid naar de potgrond. Wat ontbreekt er aan de potgrond.
Hoe gelukkig ben je als er een kunstenaarsechtpaar op je pad komt die in hun kunst precies verwoordt wat jij wil zeggen, maar niet de goede woorden voor kunt vinden.
Tijdens een wandeling met mijn moeder op landgoed Belmonte in Wageningen zie ik een kunstwerk van Huub Kortekaas. Het kunstwerk heet Plant `ontluikend leven`.
`De plant is in het werk van Huub Kortekaas de metafoor voor het intrinsiek verlangen van de mens te worden wie hij of zij in diepste wezen is. Alle leven, zeker dat van mensen is doortrokken van het verlangen om te groeien`.
Huub: "Ik zie de mens als een uniek zaailing".

dinsdag 2 juni 2015

verwondering

Volgens filosoof-avonturier Paul du Marchie is het menselijk vermogen zich te verwonderen de hoogste vorm van levenskunst.
Paul de Marchie is een man met een bijzonder levensverhaal. Hij heeft het grote geluk gehad opgevoed te worden door een bijzondere moeder. Zijn moeder leerde hem dat het prima is om anders te zijn. Dat heeft er voor gezorgd dat hij altijd in zich zelf heeft geloofd. En nooit bang is geweest om bijzondere keuzes te maken. Hij koos zijn eigen weg in het leven, zonder zich druk te maken over wat anderen daarvan vinden.
Ik denk dat ik nu pas zover ben dat ik met verwondering naar de wereld kan kijken.
E.E. Cummings, een Amerikaans dichter, zegt het zo: "We moeten eerst in onszelf geloven voor we nieuwsgierigheid, verwondering of spontane verrukking kunnen riskeren".
Leren geloven in mezelf dat leer ik pas de laatste jaren. Dat voelt geweldig, het opent deuren en vergroot mijn wereld.
Dat ik sinds mijn kinderen op eigen benen staan regelmatig in mijn eentje op stap ben heeft mijn zelfvertrouwen en levensgeluk echt vergroot.
Een week voor mijn laatste week alleen op avontuur ben ik aan het werk in de zintuigentuin. Ik vertel aan een oudere mede-vrijwilligster wat ik ga doen. In mijn eentje op pad met auto, tent en fiets. Ze kijkt me aan en vraagt verwonderd: Waarom?
Buiten mijzelf was ze de eerste die mij die vraag stelde.
Ik vertel dat ik van en voor mezelf grenzen over moet. Dat ik dingen moet doen die mijn wereld groter maken.  Dingen die ik nooit eerder heb gedaan. Die spannend en een beetje eng maar ook leuk zijn.
Ik zie aan haar gezicht dat ze begrijpt wat ik bedoel. Ze vertelt dat haar wereld in de loop der jaren steeds kleiner is geworden. Ze merkte het pas toen haar man overleed. Ze was nog nooit alleen met de trein geweest. Langzaam stukje bij beetje is ze haar grenzen over gegaan en heeft ze haar wereld weer groter gemaakt.
Ondanks dat we andere levens hebben en andere keuzes maken begrijpen we elkaar. Dat komt denk ik voornamelijk omdat de mede-vrijwilligster in staat is zich te verwonderen over de keuzes die ik maak in plaats van ze te veroordelen.
En dat voelt goed.