Al wekenlang verheug ik me op de tentoonstelling in het Singer museum in Laren. De tentoonstelling -wij zijn natuur- op initiatief van prinses Irene in samenwerking met kunstenaars. Ze heeft juist kunstenaars uitgenodigd om beelden te vinden bij wat ze voelt, namelijk verbinding met alles wat leeft. Door kunst kun je iets uitleggen wat niet uit te leggen is. Kunst is een manier om mensen te raken. Irene wilde heel graag als een soort laatste boodschap en waarschuwing aan de wereld, vertellen wat haar raakt en beweegt in contact met de natuur. En mensen oproepen de verbinding te zoeken en voelen. Ik denk als een oproep, een noodkreet. Als je je je verbonden voelt ga je er beter voor zorgen. We zijn te vroeg voor het tijdslot wat we hebben en gaan eerst lunchen in de prachtige bloementuin. De mensen naast ons zijn nog ouder dan wij. Ik hoor dat ze het over de tentoonstelling hebben. Gelaten concluderen ze dat zij het wel zullen redden, ze hebben tenslotte niet veel tijd meer. Maar het nageslacht daar maken ze zich zorgen over.
Ik beweeg me vaak in gezelschappen met een groen doel en voel me tussen mensen met aandacht voor groen altijd thuis. Het is vervreemdend om op deze tentoonstelling rond te lopen en totaal geen connectie te voelen met de andere bezoekers. Het is heel druk en ondanks de oproep om de tentoonstelling in stilte te ervaren werd er druk gepraat en overlegd. Heel jammer omdat de tentoonstelling je juist wil uitdagen om de beelden samen met de geluiden tot je te nemen en je te laten raken. Net zoals je geraakt kunt worden door de schoonheid van de natuur. Het onderwerp van de tentoonstelling spreekt me enorm aan. Ik was erg benieuwd naar de uitwerking van de boodschap. Ik voel die verbinding met de natuur altijd en overal. Die verbinding met de natuur voelt warm, volledig, compleet, tevreden en gelukkig. Maar ook verdrietig en soms wanhopig door het geweld wat we achteloos bedrijven en waarmee we niet kunnen stoppen. Vaak met economische motieven als excuus. Maar ik moet door, voor mezelf en voor iedereen na mij. Ik geniet vaak en soms treur en wanhoop ik. We hebben de aarde in bruikleen van onze kinderen en kleinkinderen en we maken er een puinhoop van.