Ik ben de rivier. Maar welke? Ik ben geboren aan de Waal, opgegroeid aan de Rijn. Op mijn 18 de vertrokken naar Nijmegen aan de Waal, daarna 6 jaar Beuningen ook aan de Waal. Toen volgden er 22 moeilijke droge jaren in Brabant. Ik realiseerde me niet dat ik die rivieren enorm mistte. Dat realiseerde ik me pas toen de tranen over mijn wangen stroomden in de trein van Eindhoven naar Utrecht, waar mijn dochter toen woonde, bij het passeren van de grote rivieren. Ik wist het ineens zeker, ik wil terug naar het rivierengebied. Ik vind de Rijn ook heerlijk ruiken. De Rijn ruikt anders dan de Waal beweer ik wel eens. Dat kan niet volgens mijn lief, het is hetzelfde water. Hij zal ongetwijfeld gelijk hebben. Ik prijs me nog elke keer gelukkig als ik op de pont sta van Randwijk naar Wageningen of andersom en de rivier aftuur, Het water is weer heel hoog. Dat betekent lekker lang op de pont. De stroming is ook sterk met hoog water en de pont trekt behoorlijk aan de kabels om aan de overkant te komen. Een echtpaar staat ernaar te kijken. De pont kan ook zelfstandig varen, stel ik ze gerust. De vrouw kijkt zorgelijk: ja maar met deze stroming. Ja dan ben je zo in Rotterdam. O nee, daar willen we nooit meer heen: antwoord ze gevat. We lachen. De man houdt zich afzijdig. We komen uit Spijkenisse en wonen nu een half jaar hier, we vinden het hier zo fijn, voegt ze er aan toe. Dat kan ik begrijpen.
maandag 27 mei 2024
donderdag 23 mei 2024
Kantelpunt
Het tuinseizoen had dit jaar een rustige aanloop. Zoals elk jaar heb ik weer veel voorgezaaid. Tomaten, courgette, komkommers, pepers, rode spitskool, bladkool, spinaziemosterd, zeebiet, pompoen, pepervenkel, koriander, Turkse drakekop, zinnia's, arnica,, allerlei soorten basilicum. Het bleef nogal fris, vooral de nachten. De planten nemen de tijd en groeiden niet erg snel.
Rechtstreeks in de tuin zaai ik bieten, pastinaak en ik poot aardappelen en ik leg bonen.
Het duurde even voor ik het doorhad, maar het is een slakkenjaar. Er zijn enorm veel sakken. In het begin vertrek ik met grote tegenzin met een lampje en een grote bak naar buiten om slakken te verzamelen. Ik ben er elke dag wel een uur mee bezig en vang dan ik denk ongeveer 200 slakken. Ze gaan emigreren naar het land van de buurman, de boomkweker. Ze vinden er daar niks aan en komen allemaal weer terug naar mijn heerlijke snoepwinkel. Terwijl ze weer onderweg zijn krijgen mijn planten de kans om te groeien. Slakken leggen 5 meter per uur af. Het is een soort spelletje geworden. Ondertussen slaat bij mij net als elk voorjaar de wanhoop toe. Ik zie helemaal geen planten meer. Althans geen gekweekte planten. Help, ik heb alleen nog paardenbloemen, zevenblad, brandnetel, bramen en gewone berenklauw in de tuin. Ook de heermoes rukt weer op, na jarenlange afwezigheid.
Dat denk ik elk voorjaar. En elk voorjaar komt er een kantelpunt. Dit jaar was het op 8 mei. Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen. Omdat de wilde planten harder groeien dan de gekweekte duurt het langer voor ze tevoorschijn komen. De slakken invasie is een extra handicap. Je weet namelijk niet of er gewoon niets opkomt of dat de slakken liggen te wachten om je zaailingen te verschalken als hapje vooraf.
zaterdag 11 mei 2024
Meisje
Paul loopt het tuinpad af, steekt zijn hand op als afscheid en roept: dag meisje! Bij sommige mannen zou ik de kriebels krijgen bij zo'n vaarwel. Niet bij Paul. Paul was te gast in de vrienden op de fiets kamer, die ook voor wandelaars beschikbaar is. Hij komt tegen een uur of zes aanlopen na een dagtocht van 34 km. We eten samen en gelukkig is Paul net als ik dol op gezelschap maar ook graag alleen. Na de koffie verdwijnt hij naar boven. De ideale gast.
De avond ervoor was er een bijeenkomst van de Randschrijvers, onze Randwijkse schrijfclub. We zijn al een tijdje spannende verhalen aan het schrijven. Ik had een verhaal geschreven over de belevenissen van mijn vader in de oorlog. Volledig verzonnen. Ik had mijn vader ook de verteller gemaakt. Dat is ook verzonnen want mijn vader vertelde nooit iets. Wat het voor mij bijzonder maakt is dat ik in het verhaal mijn vader eigenschappen toedicht die ik graag in het echt ook had willen meemaken. Een van de dingen die mijn vader tegen mij zegt in het verzonnen verhaal is: Kom meisje ga eens lekker zitten dan zal ik je het verhaal vertellen. Ik merkte tijdens het schrijven hoe fijn ik het vond dat mijn vader meisje tegen me zegt. Ik heb een vader beschreven die ik graag had willen hebben. Dat noem ik troostschrijven.
Ik merkte dat het me een fijn gevoel gaf, mijn vader te herschrijven, Gewoon een heel andere vader verzinnen en beschrijven. Toen Paul mij meisje noemde moest ik denken aan mijn vader. Mijn verzonnen vader, die me liefdevol meisje noemt. Mijn dag was goed begonnen.