Hoera, ik heb zevenblad in de tuin en paardenbloemen en brandnetel en weegbree. Tijdens een lezing probeer ik mensen te motiveren paardenbloemen in hun grasveld te laten staan. Het is prachtig, goed voor de bijen en bijzonder gezond. De hele paardenbloem is eetbaar en heerlijk. vooral de wortel is erg lekker meegebakken met ui en paddenstoelen bijvoorbeeld. De wortel zit vol inuline, bijzonder goed voor de darmbacteriƫn. Ik zie geschokte gezichten. Niet zo zeer vanwege het eten van de paardenbloemen, maar vanwege de paardenbloemen in het maagdelijke grasveld.
Ik vertel dat ik in een gedeelte van mijn tuin een mooi veldje met zevenblad groeit. En dat ik daar helemaal niets aan ga doen. Ik laat het zevenblad staan en ik vind het heerlijk en prachtig. Ik ga proberen planten er in te zetten die sterker zijn dan zevenblad, zoals phlomis. Kijken of ze de concurrentie aan kunnen. Lijkt me prachtig. Ik vertel dat ik planten niet meer verdeel in planten en onkruid, maar in eetbaar en niet eetbaar.
Natuurlijk heb ik ook wel eens teveel van een bepaalde plant. Het eerste jaar stond de hele tuin vol met heermoes. Dat hebben we opgelost door het eerste jaar heel intensief te maaien. In het tweede jaar is de heermoes bijna verdwenen, dus kunnen we de tuin wat meer laten verwilderen en alleen paadjes maaien in het hoge gras.
Er bestaat een grote angst om de controle te verliezen. De tuin is een metafoor voor het leven. Als je in je leven wat meer durft los te laten en minder gaat plannen, durf je dat ook in je tuin. En wat er dan gebeurt is bijzonder. Dat heb ik al in mijn vorige kleine tuin ervaren. Ik durfde de tuin steeds meer los te laten en af te wachten. Eerlijk, het werd steeds mooier. Ook in mijn leven gebeurden er bijzondere dingen omdat ik minder ging plannen en meer op avontuur ging. Ook mijn leven werd mooier.
Mijn buurman tegenover vraagt heel vaak, wanneer we het gras weer gaan maaien. Zelf heeft hij een gemillimeterd grasveld, angstvallig word elk onkruidje doodgespoten. Want ja, anders verlies je het van de natuur. Gelukkig zijn de buren naast ons wat nonchalanter en spuiten ze niet.
We verliezen het altijd van de natuur. Wat zou het mooi zijn als we leren samen te werken met de natuur.
Dat we de natuur niet zien als vijand maar als altijd aanwezige zeer goede vriend, die het bijzonder goed met ons voorheeft.