dinsdag 25 juni 2013

eetbaar

Bij de vorige blog een prachtige foto van blaassilene-Silene vulgaris. (foto J.Prins) Tot mijn grote verassing is het blad van de blaassilene erg lekker. Ik bereid mij voor op het begeleiden van een kruiden/wilde planten wandeling in de natuurtuinen van het jekerdal in Maastricht. Het zijn prachtige tuinen vol met wilde planten. Een goed voorbeeld van en pleidooi voor het toepassen van wilde planten in de eigen tuin. Van de 60 planten die ik in anderhalf uur noteer zijn er 3 giftig. Dat is de heggerank-Bryonia dioica, een plant uit de komkommerfamilie, dolle kervel en jacobskruiskruid. Let op met dolle kervel, wordt nog al eens verwisseld met fluitekruid. Dolle kervel heeft een donkere steel. Ik neem geen risico en gebruik ook geen fluitekruid. Twee planten werden vroeger gebruikt als geneeskrachtige plant maar worden nu inwendig afgeraden vanwege pyrrolizidine-alkaloïden(lever beschadigend). Dat zijn Echium vulgare-slangekruid en Eupatorium cannabium L.-koninginnekruid. Ook wel leverkruid genoemd. Werd vroeger gebruikt als leverkruid. Tegenwoordig kiest men liever voor mariadistel en/of paardenbloem. De overige 56 planten zijn eetbaar. Dat wil zeggen ze zijn niet giftig. Veel wilde planten hebben ruw blad en zijn min of meer bitter. We krijgen met onze voeding te weinig bitterstoffen binnen. Elke dag wat wilde planten eten is een bittere noodzaak. Tijdens de wandeling proeven we veel. Veel planten heb ik al eens geproefd, zoals teunisbloem-bloem en knop, toortsbloemen, agrimonie, madeliefje, kleefkruid. Sommige blaadjes zijn zo bitter dat ik ze uitspuug. Dus hoe leuk is het als er tot mijn verassing een aantal planten tussen zitten die lekker zijn, zoals silene vulgaris en hokjespeul. Leuk eten uit de natuur, maar wel zeker weten of je goede plant hebt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten